Privacyverklaring

Het kleiner geheel. Over de plassende gast van Van Quickenborne

5 september 2023
Tekst
Ralf Caers
Beeld
Katoo Peeters

In ‘Het Kleiner Geheel’ fileert Ralf Caers de actualiteit en zoekt hij uit wat we van het wereldtoneel moeten onthouden om ons eigen leven en werk beter te maken. Deze week: Vincent Van Quickenborne.

Begin september moet Vincent Van Quickenborne voor de kamer verschijnen om context te geven bij het plasgedrag tijdens zijn verjaardagsfeestje. De sfeer tussen de voogdijminister en de politie was al maanden slecht en zakte onder nul toen minstens één genodigde tegen een combi plaste.

Velen halen de schouders op, maar stel je eens voor dat je al maanden ruziemaakt met je ceo omdat die het personeel niet wil geven wat het verdient. Terwijl jij ’s nachts aan het werken bent, komen de vrienden van je ceo tegen de auto’s van het personeel plassen. Een andere vriend van de ceo filmt dat zelfs. Zou je dat oké vinden?

Van Quickenborne was er als de kippen bij om zich van het voorval te distantiëren. Zolang hij niet op de beelden staat, kan dat nog. Hoewel hij zich daarmee verlost van een rechtstreekse verantwoordelijkheid, blijft de indruk hangen dat er tijdens het feestje erg denigrerend over de politie moet zijn gepraat om gasten tot een dergelijk gedrag aan te zetten. Die perceptie sleept hij wél mee naar een volgende meeting en het is redelijk dat de politie zich de vraag stelt of het nog wil werken onder een dergelijk bewind.

Als hr naar dit verhaal kijkt, ziet het de beweging in het conflictmodel. Het ziet twee partijen die al maanden strijden voor hun gelijk. Het plasincident is voor de politie een wapen om het laken naar zich toe te trekken en om de onderhandelingspositie van de minister via de publieke opinie te verzwakken. Van Quickenborne lijkt daarbij te crisperen omdat hij zijn onderhandelingsmacht niet wil zien tanen door een incident waar hij geen controle op heeft gehad. En weet je wat? Beide visies zijn nog altijd een voorbeeld van strijden en focussen sterk op het distributieve: ik moet iets winnen en daarom moet jij iets verliezen.

Hr zou de ceo adviseren om het incident net aan te grijpen om de gesprekken met het personeel over een andere boeg te gooien. In plaats van te focussen op het distributieve, is het beter om tijdelijk te focussen op het procedurele. Er zijn regels over hoe we onderhandelen, hoe we elkaar informeren en zelfs over hoe we staken. De literatuur mag dan wel aantonen dat er altijd wat ontevredenheid is als een werknemer niet krijgt wat hij wil, diezelfde literatuur toont ook aan dat er alsnog begrip kan zijn voor de beslissing. Dan is het wel belangrijk dat de werknemer begrijpt waarom het inlossen van de vraag niet mogelijk is, dat hij gelooft dat hij het wel gekregen had als de situatie anders was geweest, dat er een (mogelijk zwakker maar aanvaardbaar) alternatief werd gezocht en dat het management bereid lijkt om de vraag alsnog in te lossen als de situatie in de toekomst verandert. De laatste gebeurt idealiter zonder dat de werknemer er opnieuw naar moet vragen, omdat het de perceptie versterkt dat het management de werknemers kent en voor hen zorgt.

In een dergelijke onderhandeling krijgen de werknemers dus nog altijd niet wat ze willen, maar zien ze wel een tegenpartij die respect betuigt, de regels volgt en het maximaal mogelijke opzoekt.

Van Quickenborne is dan ook mogelijk beter af mét het plasincident dan zonder. Als hij het maar aangrijpt om toe te geven hoe belabberd de sfeer geworden is en dat hij (net zozeer als de andere partij) daartoe heeft bijgedragen. Niet om zich de arm te laten omwringen, maar om het armworstelen achter te kunnen laten. Respect voor het procedurele betekent respect voor de andere, ook als het distributieve niet uitdraait zoals je het idealiter had gezien.

Ralf Caers is professor HRM aan de KU Leuven, gastprofessor HRM aan de Ehsal Management School en de Université Saint Louis en zaakvoerder van de coachingpraktijk Passiemento.