Privacyverklaring

Belgische werkgevers verwachten vertraging in aanwervingen tweede kwartaal 2024

13 maart 2024
Tekst
Gert Verlinden
Beeld
Sébastien Delfosse, ManpowerGroup

De jobkansen in België en wereldwijd zullen de komende drie maanden afnemen. Dat blijkt uit de ManpowerGroup Job Barometer. Van de 525 werkgevers die in januari door ManpowerGroup zijn ondervraagd, is 40 procent van plan hun personeelsbestand tegen het einde van juni 2024 uit te breiden, terwijl 18 procent van plan is het te verminderen. 41 procent van de ondervraagde werkgevers verwacht geen verandering.

Na correctie voor seizoensvariaties bedraagt de nettotewerkstellingsprognose – of het verschil tussen het percentage werkgevers dat verwacht personeel aan te werven en het percentage dat verwacht om het personeelsbestand in te krimpen – een gematigde waarde van +22%. Dit is een sterke daling van 11 punten ten opzichte van het vorige kwartaal, maar een stijging van vier punten ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

Werkgeversvertrouwen sterk gedaald in Vlaanderen en Wallonië

De nettotewerkstellingsprognose daalt sterk met vijftien punten in Vlaanderen en met tien punten in Wallonië ten opzichte van het vorige kwartaal, tot respectievelijk +19% en +23%. De arbeidsmarkt zou dynamischer moeten zijn in Brussel, waar de nettotewerkstellingsprognose vier punten hoger ligt dan het vorige kwartaal, op +31%.

Positieve intentie voor aanwervingen in negen bevraagde bedrijfssectoren

Hoopgevend is dat ondanks een daling in zes sectoren ten opzichte van het vorige kwartaal, werkgevers in alle bevraagde bedrijfssectoren in België van plan zijn hun personeelsbestand tegen het einde van juni 2024 uit te breiden.

Meest optimistisch over de werkvooruitzichten zijn de sectoren:

· Communicatiediensten en telecom

· Financiën en vastgoed

· Transport, logistiek en automobiel

Hun aanwervingsintentie situeert zich boven het nationale gemiddelde.

Er is een gemiddelde aanwervingsintentie in de sectoren:

· Consumentenproducten, diensten, horeca, retail

· Openbare diensten, non-profit, onderwijs

· IT

En de werkgevers in deze sectoren zijn eerder pessimistischer ingesteld:

· Energie

· Gezondheidszorg en life science

Inzake bedrijfssegmenten is de verwachting dat de wervingsactiviteit het gunstigst zal zijn in het segment van bedrijven met 50 tot 249 werknemers.

Werkgelegenheid centraal in verkiezingen

"In een klimaat van onzekerheid verwachten Belgische werkgevers, samen met de meerderheid van hun internationale tegenhangers een vertraging van de aanwervingen in het komende kwartaal", legt Sébastien Delfosse, managing director van ManpowerGroup BeLux, uit. "Werkgelegenheid neemt een centrale plaats in tijdens de verkiezingscampagne voor de aanstaande federale, regionale en Europese verkiezingen. Dit komt voort uit het aanhoudende tekort aan talent, de kloof tussen de beschikbare vaardigheden en de behoeften van de bedrijven, en de noodzaak om werk aantrekkelijker te maken tegenover inactiviteit. Bedrijven verwachten specifieke maatregelen, zoals verbetering van opleidingen en inzetbaarheid, verhoging van de werkgelegenheidsgraad en stimulering van de economie. Dit moet gebeuren in de context van de uitdaging van de ecologische en digitale transitie."

Vertraging in internationale aanwervingen

De resultaten van de wereldwijde enquête onder 40.000 werkgevers wijzen op een daling van het vertrouwen van werkgevers in vergelijking met het vorige kwartaal in 39 van de 42 bevraagde landen en in alle 24 onderzochte landen in de EMEA-regio (Europa, Midden-Oosten, Afrika). De nettotewerkstellingsprognose blijft positief in 40 van de 42 deelnemende landen.

Met een nettotewerkstellingsprognose van +22% staat België op hetzelfde niveau als het wereldwijde gemiddelde en zeven punten boven het gemiddelde van de EMEA-regio (+15%). Ons land staat op de vijfde plaats van de 22 Europese landen, na Nederland (+32%), Zwitserland (+29%), Finland (+23%) en het Verenigd Koninkrijk (+23%), maar voor Ierland (+20%), Frankrijk (+18%), Duitsland (+17%), Spanje (+14%), Polen (+11%), Italië (+9%), Griekenland (+6%), Tsjechische Republiek (+5%) en Roemenië (-2%).