Privacyverklaring

Student op sleeptouw: Frédérique Van der Heyden

1 maart 2023
Tekst
Melanie De Vrieze

1. Waarom heeft u voor deze opleiding gekozen?

De voorbije vier jaar volgde ik Toegepaste Economische Wetenschappen optie Bedrijfskunde met een focus op marketing/management aan de Universiteit Antwerpen. Daar kreeg ik vooral een theoretische basis, maar ik wou ook een praktischere visie op de zakenwereld. Daarom ging ik op zoek naar een studie waar ik al mijn interesses kon combineren. Leidinggeven en werken met mensen vind ik belangrijk. Ik zet graag projecten op om die van A tot Z te begeleiden. Ook het internationale aspect speelt een rol. Tijdens mijn laatste jaar ben ik op Erasmus geweest naar Rome. Door die interesses te bundelen, kwam ik terecht bij Antwerp Management School, waar ik de master Human Resources Management volg.

2. Professor Peggy de Prins was heel lovend over uw aanpak voor het vak Labour Relations Management. Hoe kwam dat?

We moesten een case voorleggen van een bad practice van hrm in een Belgisch bedrijf. In het begin had ik moeite om er één te vinden omdat bedrijven daar niet mee naar buiten komen. Na lang zoeken botste ik op een internationale case, die van Amnesty International. Onderzoek leerde me dat het internationale secretariaat van Amnesty International in Londen een toxische werkcultuur kende vanwege voornamelijk het senior management team. Er was regelmatig sprake over pestgedrag van de managers ten opzichte van de werknemers. Het was een onveilige werkvloer en werknemers werden tijdens meetings gediscrimineerd. Volgens mijn conclusie kon die werkcultuur blijven bestaan omdat de werknemers sterk gemotiveerd zijn om te werken voor een organisatie die zoveel impact heeft en van de wereld een betere plek wil maken. Door die intrinsieke motivatie accepteerden ze het gedrag van hun managers en vonden ze hun werk belangrijker dan hun eigen gezondheid. Amnesty International deed ook zelf onderzoek naar hun werkcultuur en ondernemen nog altijd actie om te vechten tegen die onveilige werkvloer.

3. Hoe ontspant u zich tussen het studeren door?

Ik speel volleybal op recreatief niveau. Je kunt het vergelijken met cafévoetbal, maar dan voor volleybal. Ik heb hier een hechte groep vriendinnen en voel me echt thuis in het team. Daarnaast zit ik in de raad van bestuur van de lokale meisjeschiro in Melsele. Zo hebben we onlangs een brunch georganiseerd om geld in te zamelen voor de afbetaling van onze lokalen. Ik ben altijd lid en leidster geweest en ontdekte hier mijn passie voor leidinggeven en teamwerk. Als financieel verantwoordelijke van de chiro beheerde ik de uitgaven en was ik soms de boeman om ervoor te zorgen dat de bankrekening altijd optimaal bleef.

4. Wat wil u na uw studies doen?

Dat ben ik nog aan het uitzoeken. Bij mij staan een werkcultuur of -omgeving waar je impact hebt op de eerste plaats. Als je je goed voelt op je werk dan is de sector minder belangrijk. Ook het internationale aspect vind ik belangrijk. In België zou ik graag met verschillende nationaliteiten willen werken of het idealiter regelmatig over de grenzen zoeken. De laatste twee maanden van dit schooljaar volgen we een stage om een specifiek probleem of project in een bedrijf aan te pakken. Het is het ideale moment om de theorie in de praktijk om te zetten en onze externe visie te geven. De theorie zal ook veel beter blijven hangen als we het toetsen aan echte situaties. Daar zal ik veel van leren.