Privacyverklaring

Brussels talent voor Vlaamse jobs: interregionale jobmobiliteit versterken

23 februari 2024
Tekst
Gert Verlinden
Beeld
Isabelle Linclau by Yasemin Unal

De Brusselse werkloosheidscijfers bevatten een paradox. De werkzaamheidsgraad klimt naar ruim 66%. Tegelijk stijgt de werkloosheidsgraad naar 15,2%. De verklaring is de bevolkingsgroei. Meer jongeren schrijven zich in, net zoals vluchtelingen uit Oekraïne. Een opportuniteit voor het Vlaamse tekort op de arbeidsmarkt? Actiris ruimt de obstakels voor interregionale jobmobiliteit gestaag weg. “Werkgevers met een diversiteitsbeleid vullen vacatures makkelijker in.”

Isabelle Linclau werkt voor de Brusselse arbeidsbemiddelaar Actiris. Met VDAB is er een open communicatielijn om elkaars arbeidsmarkt grondiger te kennen. Er bestaat een samenwerkingsakkoord om Vlaamse en Brusselse vacatures uit te wisselen en te presenteren naar werkzoekenden. De studiediensten van Actiris en VDAB maken gezamenlijke arbeidsmarktanalyses. Isabelle Linclau distilleert drie grote verschillen tussen de Brusselse en Vlaamse arbeidsmarkt:

· Beroepen: de dienstensector is alomtegenwoordig in het Brussels Gewest. Terwijl in de Vlaamse rand rond Brussel een sterkere variatie aanwezig is van beroepen.

· Leeftijd: de bevolking in Brussel is jonger. Vlaanderen vergrijst. Meer mensen gaan er met pensioen en dat creëert kansen voor werkzoekende Brusselaars.

· Studieniveau: de Brusselse arbeidsmarkt vraagt vooral hooggeschoolde werknemers. Daarentegen zijn zestig procent van de Brusselse werkzoekenden kortgeschoold. Of ze hebben een niet-erkend buitenlands diploma. Er is sprake van een zekere mismatch. In Vlaanderen bevinden zich passende vacatures, bijvoorbeeld in transport, logistiek, industrie, handel en verkoop.

Obstakels interregionale jobmobiliteit wegwerken

Om de competenties van de Brusselse werkzoekenden uit te breiden en te versterken, lanceerde Actiris de zogenaamde competentiebalans. “Dat is een systeem om digitale en taalvaardigheden te objectiveren in functie van de zoektocht naar een job”, aldus Isabelle Linclau. “Zo begeleiden we werkzoekenden gerichter naar een job. Het stelt ons in staat hen te leiden naar de gepaste opleiding.” Dit jaar is de doelstelling om de competentiebalans bij vijfduizend personen uit te voeren. Actiris schaalt dat aantal op naar tienduizend in 2025, en neemt ook de langdurig werkzoekenden mee in het initatief.

Actiris en VDAB werken samen aan het opleidingsaanbod. Ze richten zich onder mee op werkzoekenden die het Nederlands niet of onvoldoende beheersen. De drempel om in te stappen, mag niet blokkerend werken. Isabelle Linclau somt twee obstakels van interregionale jobmobiliteit op. Actiris en VDAB ruimen die gestaag uit de weg.

· Fysieke mobiliteit: Brusselaars zijn steeds mobieler, maar de verplaatsingstijd ligt soms nog te hoog. Er zit zeker nog groeimarge in hun mobiliteit. Er is een verantwoordelijkheid voor werkgevers en werknemers. “Werkgevers vrezen wel eens dat een Brusselse werknemer zal afhaken wanneer hij dichter bij huis een job vindt. We sensibiliseren werkzoekenden dat Vlaanderen heus niet ver afgelegen ligt. Bepaalde zones in de Vlaamse rand zijn relatief goed bereikbaar: Asse, Drogenbos en de luchthaven. We moedigen werkgevers aan om een vervoersplan te ontwikkelen voor de werknemers. Een inspirerende beste praktijk? Dat is zeker de hub van de nationale luchthaven in Zaventem, waar talrijke Brusselaars werken.”

· Taalbarrière: er gaapt regelmatig een taalkloof tussen werkgever en werkzoekende. Taalopleidingen gericht op de specifieke en praktische terminologie op de werkvloer helpen. Die praktijkgerichte aanpak maakt dat werkzoekenden minder snel opgeven.

Een job pour moi

Actiris zet de informatiesessies en sensibiliseringacties naar werkgevers en werkzoekenden verder. Een gekend voorbeeld is de campagne ‘een job pour moi’ om jobs in de Vlaamse rand in de kijker te plaatsen. In de eerste plaats richt Actiris zich naar mensen die naar hen stappen om een job te vinden. Actiris reikt daarnaast uit naar de zogenoemde NEET-profielen, jongeren die geen opleiding, onderwijs of vorming volgen en niet aan het werk zijn. De Brusselse arbeidsbemiddelaar doet hiervoor een beroep op Brusselse partners. Deze partners identificeren de jongeren en begeleiden hen via een geïntegreerd en flexibel traject.

Wat kan hr doen?

Isabelle Linclau wijst op de kansen van een mobiliteitsbeleid dat een werkgever ontwikkelt, bijvoorbeeld de organisatie van busvervoer of de terugbetaling van de kosten voor het behalen van een rijbewijs. Een op de twee gezinnen in Brussel bezit geen wagen. Mobiliteitsoplossingen op maat zijn vaak het antwoord op de vraag naar een hogere jobmobiliteit. Dieper in de organisatie kan een werkgever ook nadenken over aangepaste werkuurroosters die beter aansluiten bij openbaar vervoer.

Naast de mobiliteit is opleiding een hefboom naar een grotere interregionale jobmobiliteit. “Taallessen op het werk helpen. Net zoals een verbindende en meertalige ploegbaas die de liaison vormt tussen de anderstalige medewerker en de opdrachtgever. Stel jezelf de vraag hoe hoog het taalniveau van elke individuele medewerker werkelijk hoeft te zijn.” Tot slot adviseert Isabelle Linclau om vacatureteksten kritisch te bekijken in functie van inclusie en te strenge jobvereisten.

Arbeidsmigratie

In politieke middens gaan stemmen op om het debat over arbeidsmigratie hoog op de agenda zetten. Actiris spreekt zich als regionale arbeidsbemiddelaar niet uit over het thema. Isabelle Linclau raadt sowieso elk bedrijf aan om werk te maken van een diversiteitsbeleid. “Of werknemers afkomstig zijn uit een ander land of een ander gewest, een diversiteitsbeleid bewijst zijn waarde. Er is meer creativiteit en producten en diensten sluiten beter aan bij de diverse dwarsdoorsnede van de samenleving.”

HRmagazine organiseert in maart een panelgesprek met de arbeidsbemiddelaars VDAB en Actiris over interregionale jobmobiliteit.