Privacyverklaring

Zes op de tien werkgevers sturen niet meer aan op '9 tot 5'-schema

1 oktober 2019
Tekst
Jo Cobbaut

Bij ruim zes op de tien werkgevers is er geen sprake meer van het traditionele werkrooster van ‘nine to five’. Rond de arbeidstijdgrenzen geven bedrijven hun personeel heel wat flexibiliteit. Dat blijkt uit een bevraging van hr-dienstenbedrijf Acerta.

Werkgevers klampen niet meer per se vast aan vaste arbeidstijden. 63% van de respondenten uit de werkgeversbevraging staat toe dat bepaalde werknemerscategorieën het precieze tijdstip van hun arbeidstijd zelf vastleggen binnen de werkbehoeften. Als dat betekent dat het personeel de ene week meer werkt dan de andere week, dan kan dat voor 62% van de werkgevers.

Tegelijk meent 49% dat hun werknemers het ook belangrijk vinden om zelf te bepalen – binnen bepaalde grenzen  - wanneer ze precies hun arbeidsuren presteren.

Aanwezigheidscontrole?

Opmerkelijk, de aanwezigheidscontrole blijft voor ruim een op de tien werkgevers een belangrijk beoordelingscriterium voor de prestaties van het personeel. Nog altijd 17% van de werkgevers van arbeiders noemt dat voor deze groep de belangrijkste controle. De percentages voor bedienden en kaderleden liggen lager, maar blijven toch respectievelijk 14% en 10%.

Percentages belangrijkste manieren om werk te meten – Acerta

Werkgevers beoordelen de prestaties van hun personeel het meest op de kwantiteit én kwaliteit samen. Ruim een op de drie doet dat. Kwaliteit blijkt een belangrijkere controlefactor dan de kwantiteit. Sarah De Groof, senior consultant bij Acerta Consult: “Soms is er een kwantitatieve beoordeling zonder dat de werkgever er expliciet op hoeft te controleren. Bijvoorbeeld bij bandwerk ligt het tempo automatisch vast. Vanzelfsprekend vindt ook een werkgever die de kwaliteit en kwantiteit van het geleverde werk vooropstelt als meetinstrument het belangrijk dat de werknemer ook voldoende arbeidsuren presteert. Dat blijkt ook uit het feit dat we geregeld vragen krijgen over werknemers die te laat op het werk verschijnen.”

Meer dan helft telewerkers kiest thuis zelf werkrooster

Telewerk is niet alleen een manier van werken met meer vrijheid van locatie, maar ook met meer flexibiliteit voor de werktijden. 58% van de werkgevers geeft aan dat telewerkers hun uren kunnen presteren wanneer het hen het best past. Dat hoeft niet per se binnen de gewone arbeidsuren te zijn.

Percentage JA op vragen over zelf organiseren van arbeid – Acerta

Maar niet iedereen kan zomaar van thuis uit werken. De aard van de activiteit alleen al maakt dat onmogelijk in de zorg of in productie. Sarah De Groof: “Voor die situaties waar het toegelaten wordt, heeft de werknemer in ruim de helft van de gevallen ook de mogelijkheid om zijn arbeidsuren in te passen zoals het hem of haar past.”

47% van de werkgevers schat dat hun werknemers het belangrijk tot heel belangrijk vinden dat ze de locatie waar ze hun arbeidsprestaties leveren, weliswaar binnen bepaalde grenzen, zelf kunnen kiezen. Van de werknemers die (nog) geen toegang hebben tot telewerk bleek in een eerdere bevraging 32% vragende partij te zijn.

Sarah De Groof: “Wij zien ook dat het opnemen van occasioneel telewerk – op vraag van de werknemer en verantwoord door overmacht of een persoonlijke reden – via de wet Peeters, de optie telewerk algemeen een boost heeft gegeven. Dat jobinhouden veranderd zijn, dat mobiliteit een vraagstuk blijft, … het heeft allemaal impact op hoe we naar arbeid en arbeidstijden kijken.”

Vervagen van klassieke arbeidstijd-organisaties

De blik op arbeidsuren is nieuw, de woordenschat nog dikwijls de oude. Zowel werkgevers als werknemers zijn nog zoekende. Enerzijds legt de wetgever strikte regels op, anderzijds zijn er ook zeer veel uitzonderingen.

Werkgevers moeten daarom een kader uitwerken dat juridisch correct is, maar wel volledig op hun maat geschreven met eventueel een combinatie van uitzonderingen. Het vervagen van de klassieke arbeidstijd-organisaties zorgt voor uitdagingen, maar ook voor mogelijkheden. Een kader dat de uitdagingen opvangt en de mogelijkheden benut, is mogelijk binnen de huidige wetgeving: zoals de invoering van glijdende werkroosters, thuiswerk, gesplitste roosters, geen roosters voor leidinggevend en vertrouwenspersoneel,…

Zo werden in de autosector en aanverwanten in juli afspraken gemaakt om een kader uit te werken waarbij werknemers uitzonderlijk twee uur afwezig kunnen zijn om dringende zaken te regelen: micro-afwezigheid.