Privacyverklaring

Voka: “Vijf verplichte dagen opleiding? Achterhaald en incoherent.”

26 april 2021
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Dann

Voka maakt zich zorgen over een wetsontwerp van Federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS). Dat voorziet interprofessioneel in 5 verplichte dagen formele opleiding per voltijds werkende werknemer per jaar. Werkgeversorganisatie Voka ziet in het voorstel een verouderde visie op vorming en mist wisselwerking met de Vlaamse beleidsaanpak.

Het voorstel komt er na de eerdere 'wet op wendbaar en werkbaar werk', maar het nieuwe voorstel gaat verder, zo analyseert Sonja Teughels (Voka) (foto). De senior advisor arbeidsmarkt van Voka stelt vast dat er nu niet enkel een interprofessionele doelstelling wordt vastgelegd, maar ook een individueel recht op opleiding. Als er géén sectorale cao is die 5 dagen bepaalt, krijgt de werknemer een eigen opleidingsrecht van 5 dagen opleiding, zo stelt het ontwerp.

Het wetsontwerp houdt geen enkele rekening met de beleidstrends in Vlaanderen en de wijzigende realiteit op het terrein, met name digitale en modulaire vorming. De wisselwerking met de Vlaamse beleidsaanpak is bovendien zoek. Vlaanderen riep 2021 uit tot jaar van de opleiding en lanceerde een Partnerschap Levenslang Leren vanuit een nieuwe Vlaamse visie en hefbomen. Sonja Teughels formuleert drie bemerkingen.

Meer dan formele opleidingen

Opleidingen gebeuren hoe langer hoe meer op de vloer of in de praktijk, door de dingen te doen, in een soms informele setting waar de werkcontext uitnodigt tot ontwikkeling, exploratie en leren. Daarbij is er een trend naar het doorbreken van de cesuur tussen ontwikkelen en werken maar gaan de beiden hand in hand, in een duale of verweven vorm.

Opleidingen zijn meer en meer digitaal en modulair

Opleidingen worden meer en meer digitaal aangeboden, zijn modulair ter beschikking, nodigen uit tot leren op eigen tempo en maken het dankzij technologie mogelijk om inhoud en niveau aan te passen op maat van de medewerker. Ze moeten de kloof dichten met de werknemers die niet steeds overtuigd zijn van vorming, het nut er niet steeds van inzien of opzien tegen de inspanningen.

Concepten als gamefication, blended learning, microlearning staan haaks op de idee van mensen x dagen per jaar te verzamelen in een klaslokaal met een externe instructeur. Digitaal bereikt men meer mensen en met meer impact. Teughels vreest dat het wetsontwerp van minister Dermagne en de daar gehanteerde definitie dat allemaal niet in rekening brengt.

Het Vlaams beleidsniveau

Vlaanderen is reeds bevoegd voor een arsenaal aan opleidingsmaatregelen en stimuli, waaronder het Vlaams OpleidingsVerlof (VOV). Het erkent eigen opleidingen en richt het vormingslandschap in. Het erkent elders verworven competenties en stuurt met beroepskwalificaties. Het stimuleert sectoren via de convenant-werking tot sector-overschrijdende opleidingen. Het wil met allerhande competentiechecks en tools inzicht en sturing bieden aan werkgevers en werknemers. Het wil met een leerrekening mensen zelf meer en meer aan het stuur zetten van hun eigen loopbaan.

Als de federale regering haar plan doorduwt richting 5 dagen per jaar, kan het Vlaams OpleidingsVerlof hiertoe ingezet worden? En wat zullen de budgettaire repercussies zijn? zo bedenkt Voka.