Privacyverklaring

Toch nog ‘iets doen’ tijdens afwezigheid

1 juli 2021
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Shutterstock

Een grote meerderheid van ruim acht op tien werknemers is bereid om met de werkgever te bekijken of ze nog inzetbaar kunnen zijn tijdens hun afwezigheid. Een open dialoog daarover kan onvermoede mogelijkheden creëren, zeker nu de ervaring met thuiswerk gegroeid is.

De Belgische werknemers en werkgevers vinden ziekteverzuim vervelend, zo blijkt uit een onafhankelijk verzuimonderzoek van Mensura en Certimed. Zo’n 44% van de werkgevers vindt verzuim zeer storend voor hun bedrijf. 1 op 3 noemt het ‘eerder storend’.

Opletten voor verzuimcultuur

Ook werknemers balen. 64% van de werknemers vindt ziekteverzuim van collega’s vervelend. Bart Teuwen, verzuimexpert bij Mensura en Certimed: “Het werk van een afwezige collega opvangen, de vervanger inwerken, plots moeten terugkomen op een roostervrije dag... het zijn maar enkele voorbeelden van het effect van afwezigheid op de directe collega’s.” Voor je het goed en wel beseft, installeert er zich een verzuimcultuur: werknemers die altijd aanwezig zijn, melden zich ook sneller ziek.

We zijn bereid om “iets voor het werk te doen”

Bart Teuwen adviseert werkgevers om “op een andere, warm-zakelijke manier in dialoog” te gaan met werknemers wanneer deze door ziekte of een ongeval afwezig zijn: Werkgevers doen dat zelden. Het blijft in veel gevallen beperkt tot de melding van de afwezigheid en het obligate ziektebriefje. “We zouden echter veel meer moeten denken in termen van mogelijkheden. Inzetten op de mogelijkheden die medewerkers wél nog hebben, is een zeer belangrijke stap op weg naar een structurele vermindering van het ziekteverzuim in ons land. Ook het re-integratieproces na een lange periode van afwezigheid heeft nood aan die mindset.”

Uit het onderzoek van Mensura en Certimed blijkt alvast dat werknemers ervoor open staan om tijdens een periode van afwezigheid op de ene of andere manier aan de slag te blijven. Zo geeft 83% van de werknemers aan dat ze bereid zouden zijn om, als de omstandigheden dat toelaten, nog iets voor het werk te doen.

Gevaar voor presenteïsme

Tegelijk waarschuwen Mensura en Certimed ook voor presenteïsme. Bart Teuwen: “Niemand wordt verondersteld om ziek te werken. Wie toch ziek naar het werk gaat, kan mogelijk collega’s besmetten en zal niet efficiënt presteren.”

De cijfers uit het verzuimonderzoek laten vermoeden dat de werkende Belg deze grens al eens opzoekt. 67% van de actieve bevolking geeft aan dat ze ziek aan de slag zouden gaan. 7 op 10 bleven effectief ook al eens aan het werk, hoewel ze ziek waren of zich niet in staat voelden om te gaan werken.

Vooral werknemers uit de jongere leeftijdscategorie (18-34 jaar) gaan werken ondanks ziekte (73%).

Ook vrouwen (72%) gaan vaker ziek werken dan mannen (62%).

Enkele redenen die ze opgeven zijn zich nuttig willen voelen, een goede indruk willen maken of uit vrees voor de reactie van collega’s of leidinggevenden.

Open dialoog

Bart Teuwen concludeert dat een open dialoog erg belangrijk is. De werknemer mag geen druk voelen om ziek aan het werk te gaan. Maar wanneer de werknemer zich graag wil inzetten, moeten alternatieven bespreekbaar zijn. “Zo heeft de coronacrisis aangetoond dat je in veel functies evengoed van thuis uit, ook in quarantaine, inzetbaar kunt blijven. Door een vorm van telewerk toe te laten, ondersteun je als werkgever een zieke medewerker die aangeeft zich nuttig te willen maken.”

Mensura en Certimed lanceerden het verzuimcharter om in dialoog te gaan.