Privacyverklaring

Pleidooi voor betere taakverdeling in woon-zorgcentra

2 januari 2023
Tekst
Patrick Verhoest

De nieuwe verruimde wervingsmogelijkheden van de Vlaamse overheid voor de Vlaamse woon-zorgcentra vallen in goede aarde bij Johan Staes. Toch ziet de ceo van Vlozo meer heil in een betere taakverdeling. Daarvoor moet de federale wetgeving herschreven worden.

Recent keurde de Vlaamse regering een aantal maatregelen goed rond het zorgpersoneel in de ouderenzorg. Zo zal de overheid nieuwe logistieke medewerkers meetellen voor de financiering van de zorg in Vlaamse woon-zorgcentra (WZC).

Meer dan zorg

Johan Staes, ceo van het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (Vlozo), vindt dat een positieve ontwikkeling. “Sinds kort kunnen onze leden andere profielen aanwerven zoals orthopedagogen, filosofen en muziek-, dans-, en bewegingstherapeuten, theologen ... Dit is een stap voorwaarts. WZC’s kunnen meer focussen op de begeleiding van bewoners en niet strikt op de zorg. In WZC’s wordt ook gewoon geleefd. Om het kwaliteitsvol leven van de bewoners te verzekeren, is er nood aan specifieke medewerkers die zo’n omkadering aanbieden.” Het is te vroeg om de effecten van deze wijziging vast te stellen op de werkvloer. “Het nijpendste tekort is dat aan verpleeg- en zorgkundigen. Ook logistieke medewerkers, kinesisten en ergotherapeuten vinden en houden wordt moeilijker.”

Potentieel beter benutten

Tegelijk blijven er structurele problemen voor het uitvoeren van de zorgtaken in WZC. “Zo mag een zorgkundige een maaltijd naar een bewoner met slikproblemen brengen, maar de assistentie tijdens de maaltijd moet gebeuren door een logopediste.”
Voor Johan Staes ligt de oplossing in een betere verdeling van de taken. De sleutel voor de personeelsproblematiek ligt bij de federale regering, stelt hij. Dat brengt hem bij het KB 78, nu de gecoördineerde wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Johan Staes: “OESO-cijfers tonen aan dat we vandaag in België geen tekort hebben aan verpleegkundigen. We moeten het bestaande potentieel aan verpleegkundigen efficiënter inzetten. Dit vereist een aanpassing van die wet. Er moet een verbeterd en duidelijk kader komen met afspraken over hoe en waar WZC’s gespecialiseerde mensen moeten inzetten. Zo kunnen we het potentieel beter benutten en herverdelen. Dit geldt ook voor de ziekenhuizen.”

Te strikt

Voor Johan Staes zijn de toegestane handelingen van de specifieke zorgberoepen te strikt afgelijnd. Zo mag alleen een verpleegkundige steunkousen helpen aantrekken in ziekenhuizen. In een WZC mag een zorgkundige dat doen. “Mochten ziekenhuizen een aantal taken naar zorgkundigen of logistieke assistenten delegeren, dan konden verpleegkundigen meer tijd zinvoller vanuit een zorgperspectief spenderen. Een mantelzorger die privé iemand ondersteunt, mag in de thuisomgeving zorgtaken opnemen. Maar in een WZC mogen alleen maar mensen met de vereiste diploma’s dat doen.”

Onderscheid

Johan Staes stelt vast dat minister Vandenbroucke een onderscheid maakt tussen HBO5-verpleegkundigen, die hij ziet als de profielen voor de thuiszorg en de WZC, en de bachelors, volgens hem geschikt voor ziekenhuizen. Dat betwist Staes: “We hebben in een WZC ook nood aan gespecialiseerde verpleegkundigen, bijvoorbeeld de geriatrische verpleegkundige. We moeten maken dat zorgmedewerkers niet overwerkt raken en afhaken. Dat is wat we vandaag zien. Uit onze bevraging blijkt dat er in WZC een gemiddeld absenteïsme is van 3,9 vte’s per zorgvoorziening. Laat ons samen, werkgevers, werknemers en overheden, werken aan structurele oplossingen voor dit steeds groter wordende probleem.”