Privacyverklaring

Mogen uitzendkrachten stemmen in de bedrijven waar ze zijn tewerkgesteld?

1 juni 2019
Tekst
Melanie De Vrieze

Op 28 maart 2019 heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers (Doc. 54 3546/006) het wetsvoorstel over de sociale verkiezingen van 2020 goedgekeurd. Op de datum waarop we dit artikel schreven (3 april 2019), moest het wetsvoorstel nog worden gepubliceerd in het Belgische Staatsblad om in werking te treden.

Tekst: Frédérique Gillet

In onze bijdrage van maart verwezen we al naar bepaalde wijzigingen die werden verwacht in verband met de referteperiode die van toepassing is op de berekening van de drempel van vijftig werknemers (voor het comité voor preventie en bescherming op het werk) of honderd werknemers (voor de ondernemingsraad) (deze periode loopt van 1 oktober 2018 tot 30 september 2019). De referteperiode voor het tellen van de uitzendkrachten werd namelijk verschoven naar het tweede kwartaal van 2019. In verband met de verplichting om voor de uitzendkrachten een bijlage bij het algemene personeelsregister bij te houden, voorziet het wetsvoorstel in een afwijking. Die is van toepassing wanneer de ondernemingsraad unaniem vaststelt dat de drempel van honderd werknemers werd overschreden. Na de inwerkingtreding van de wet heeft de ondernemingsraad dertig dagen tijd om die vaststelling te doen.

Het wetsvoorstel bevestigt de wijzigingen die we in ons nummer van maart al aankondigden. Het voorziet nog in andere wijzigingen aan de wet van 4 december 2017 betreffende de sociale verkiezingen. Een daarvan is het recht voor uitzendkrachten die aan bepaalde voorwaarden voldoen, om te stemmen in de onderneming waar ze aan de slag zijn (de 'gebruiker').

Vanaf de volgende verkiezingen kunnen uitzendkrachten die al minstens drie maanden aan het werk zijn bij de gebruiker namelijk daar hun stem uitbrengen, en de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk mee kiezen.

Dit geldt enkel voor uitzendkrachten die voldoen aan de cumulatieve voorwaarden op het vlak van anciënniteit:

    • De uitzendkracht is sinds minstens drie ononderbroken maanden bij de gebruiker tewerkgesteld gedurende een referteperiode die begint te lopen op 1 augustus 2019 en eindigt op dag X (of Y-90), of in geval van onderbroken periodes van tewerkstelling, gedurende minstens 65 werkdagen in totaal.
    • Bovendien heeft hij of zij bij de gebruiker gewerkt gedurende in totaal minstens 26 werkdagen tijdens een referteperiode die begint op dag X (Y-90) en eindigt op dag Y-13.

Uitzendkrachten met stemrecht worden in het wetsvoorstel gelijkgesteld met de werknemers van de onderneming voor de toepassing van allerlei bepalingen (met name voor de samenstelling van de kiezerslijsten en de kiescolleges, voor klachten en juridisch verhaal die kunnen worden ingediend tegen de affiche die is opgemaakt op X, net als tegen de lijsten van de kandidaten) en wat de bepalingen in verband met de stemverrichtingen betreft.

Vanaf 2020 kunnen uitzendkrachten die voldoen aan bepaalde voorwaarden stemmen in de onderneming waar ze zijn tewerkgesteld.