Privacyverklaring

Minder afwezigheid door ziekte dan door tijdelijke werkloosheid in 2020

8 februari 2021
Tekst
Jo Cobbaut

Werknemers waren het afgelopen jaar meer afwezig door tijdelijke werkloosheid dan door ziekte (9,6% t.o.v. 7,3%). Kort en middellang absenteïsme daalde wel het afgelopen jaar, maar Heidi Verlinden van Securex waarschuwt voor een mogelijke boom van afwezigheden na corona. De periode was stresserend. Het is belangrijker dan ooit om in te zetten op verbondenheid.

Een en ander blijkt uit cijfers uit het sociaal secretariaat van Securex. Van de totale beschikbare tijd presteerden werknemers in 2020 slechts 68%. De beschikbare tijd is de optelsom van de gepresteerde tijd, ziekte, privé-ongeval, arbeidsongeval, bevallingsrust, gewettigde afwezigheid, werkloosheid, verlof, feestdagen, thematische verloven, overuren en inhaalrust.

Die 68% effectief gepresteerde tijd is een daling met 10% ten opzichte van 2019. Arbeiders en bedienden presteerden in 2020 respectievelijk 62% en 72% van de beschikbare tijd. In vergelijking met het jaar voordien gaat het om een daling met 13% bij arbeiders en met 8% bij bedienden. Het aandeel te presteren uren in de beschikbare tijd werd in 2020 dus significant onderbenut.

Heidi Verlinden, HR Research Expert bij Securex, verklaart de evolutie door de tijdelijke werkloosheid, niet door ziekte of privéongeval: “De toename van tijdelijke werkloosheid is het sterkst bij bedienden, maar arbeiders waren een groter deel van hun beschikbare tijd tijdelijk werkloos (bedienden stegen van 0,1% naar 8%, arbeiders van 2% naar 12%). Werknemers waren evenveel dagen afwezig door ziekte of privéongeval in 2020 als in 2019. Wel zijn er belangrijke evoluties waar te nemen als we afzonderlijk naar korte en lange afwezigheden kijken.”

Minder kort en middellang absenteïsme ondanks pandemie

In 2020 daalde het korte absenteïsme (duurtijd korter dan een maand) met 11%, ondanks de pandemie. COVID-19 zorgde dus niet voor meer geregistreerde korte afwezigheden. De verklaring hiervoor is het feit dat werkgevers geen ziekte registreren voor hun tijdelijk werkloze werknemers en dat thuiswerkende werknemers zich vermoedelijk minder snel ziek melden. Daarnaast waren er significant minder verkeersongevallen met letsels tijdens het afgelopen jaar en vonden er wellicht minder privéongevallen plaats door minder (sport)activiteiten in groep.

Besmettingspieken

Gedurende twee maanden in 2020 lag het korte absenteïsme een flink stuk hoger dan in 2019: in maart (+46% bij bedienden en +12% bij arbeiders) en in oktober (+20% bij bedienden en +6% bij arbeiders). Dit waren niet toevallig twee maanden met besmettingspieken, bij het begin van de eerste en de tweede golf van de coronacrisis. De piekmaanden voor kort absenteïsme waren net als in 2019 februari, maart en oktober, gevolgd door januari en september.

Ook dit jaar is het risico op virusbesmetting hoger in de eerste drie maanden van het jaar dan in de daaropvolgende maanden. Het ‘binnen leven’ in de winter zorgt elk jaar voor extra besmettingen. Dit jaar komt het coronavirus nog bovenop die typische griepmaanden. Thuiswerk, handhygiëne, voldoende afstand houden en sociale isolatie zijn in deze maanden dus zo mogelijk nog belangrijker dan voorheen.

Middellang absenteïsme

Het middellange absenteïsme (duurtijd tussen een maand en een jaar) daalde bij arbeiders met 7% in 2020, maar bleef stabiel bij bedienden.

Vooral tijdelijke werkloosheid had hier een impact: de maanden met de sterkste daling in middellang absenteïsme volgden telkens na een topmaand voor tijdelijke werkloosheid. Niet werken lijkt arbeiders dus te behoeden voor middellange afwezigheden, door de aard van hun werk. Bij bedienden is de link tussen tijdelijke werkloosheid en middellang absenteïsme minder duidelijk.

Ten slotte kan ook de tijdelijke stopzetting van niet-urgente zorg een deel van de verklaring bieden: niet-dringende behandelingen werden immers uitgesteld, waardoor ook de daaropvolgende revalidatie niet doorging en absenteïsme beperkt bleef.

Lang absenteïsme

De stijging van het lange absenteïsme (duurtijd langer dan een jaar) die Securex eerder in 2020 vaststelde, heeft zich doorgezet voor het volledige jaar. In 2020 steeg langdurig absenteïsme met 8%.

Werkgevers schroefden tijdens de coronacrisis wellicht hun inspanningen voor re-integratie van langdurig afwezige werknemers terug. In de eerste maanden van 2020 was er namelijk nog geen noemenswaardige stijging waar te nemen van lang absenteïsme, maar het record van de eerste jaarhelft werd in de tweede helft wel verbroken.

“Als werkgevers zich blijven inzetten om korte afwezigheden terug te dringen, kan een explosieve toename ervan voorkomen worden wanneer het einde van de coronacrisis nadert. Onder de actieve werknemers is het korte absenteïsme niet toegenomen, ondanks massaal thuiswerk, vaak hogere stress en langere werkdagen. Investeren in verbondenheid en aanpak van stress op de werkvloer is nu meer dan ooit pertinent als we een psychologisch na-effect willen vermijden,” waarschuwt Heidi Verlinden van Securex.