Milieuvriendelijk ruilen met een mobilteitsbudget

Weinig werknemers willen hun bedrijfswagen volledig opgeven. Met het mobiliteitsbudget hoeft dat niet. “Zo kunnen werknemers hun bedrijfswagen inruilen voor een milieuvriendelijke wagen of andere milieuvriendelijke vervoermiddelen,” zegt Stéphanie Parrein, juridisch adviseur bij hr-dienstengroep Liantis.

Het budget bestaat uit drie pijlers. De eerste pijler is een milieuvriendelijke wagen en de tweede omvat duurzame vervoermiddelen en huisvestingskosten. “Denk aan elektrische fietsen of een abonnement openbaar vervoer”, stelt Parrein. Als het budget hierna nog niet op is, kan de werknemer het resterende bedrag in cash laten uitbetalen.

Wederzijds voordelig

“Werknemers krijgen de autonomie om hun budget te spenderen aan diverse opties”, zo zegt Parrein. Sommige keuzes zijn ook fiscaal voordelig. “Keuzes binnen het luik milieuvriendelijke vervoersmiddelen of huisvestingskosten zijn volledig vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen.”

Het mobiliteitsbudget laat werkgevers op hun beurt toe een verloningsbeleid op maat te ontwikkelen. “Werkgevers kunnen zelf bepalen of ze het systeem invoeren. Ook de werknemer kan vrij beslissen om in te stappen of niet,” bemerkt Parrein.

Voorwaarden

Het bedrag van het budget komt overeen met de jaarlijkse bruto kostprijs van de ingeleverde bedrijfswagen voor de werkgever. “Het gaat niet enkel om de maandelijkse huur- of leasingkosten maar om de totale kosten van de wagen, de Total Cost of Ownership (TCO). Denk aan kosten voor brandstof, verzekeringen en onderhoud”, zegt Parrein.

“De werkgever kan het mobiliteitsbudget invoeren als hij gedurende een ononderbroken periode van minstens 36 maanden, onmiddellijk voorafgaand aan de invoering, één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking stelde van één of meerdere werknemers.” Die termijn geldt niet voor een startende werkgever die minder dan 36 maanden actief is. “Op voorwaarde dat hij op het moment van invoeren één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking stelt van één of meerdere werknemers,” besluit Parrein.