Privacyverklaring

Waarvoor blijven medewerkers (niet)?

22 februari 2022
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Shutterstock

Minder dan 1 werknemer op 10 (8,5%) geeft aan momenteel actief op zoek te zijn naar een andere werkgever. Dit betekent nog niet dat ze effectief van werkgever gaan veranderen. Ongeveer één op drie Belgen zegt ook bij de huidige werkgever uit te kijken naar een andere job.

In ‘A Worker’s Journey’ onderzocht SD Worx de werksituatie bij zo’n 5.000 werknemers in de Europese landen België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Uit onderzoek door de Europese hr- en payrollspecialist SD Worx blijkt dat een kwart van de ondervraagde medewerkers openstaat voor een job bij een andere werkgever. Nederlanders en Belgen lijken het minst op zoek naar een andere werkgever.  Welke factoren wegen het meest door bij het zoeken naar een nieuwe werkgever?

3 op 10 medewerkers kijken naar interne mogelijkheden

Meer dan één op drie kijkt ook intern naar een andere job. Ongeveer één op tien Belgen (10,9%) zegt actief binnen het eigen bedrijf uit te kijken; 21,8% doet dat passief.

Onze actieve zoektocht naar interne jobmobiliteit ligt een stuk lager dan het gemiddelde. In Duitsland en Frankrijk liggen deze cijfers het hoogst met respectievelijk 16,8% en 16,1%.

Bron SD Worx

1 op 4 kijkt uit naar een andere werkgever

Dat wil niet zeggen dat zij ook allemaal actief op zoek zijn naar een andere werkgever. Ongeveer een kwart van de Belgen speurt naar vacatures. In België doet 17 procent dat passief door sporadisch de arbeidsmarkt af te tasten, zonder echt een stap verder te gaan.

Slechts 8,5% van de werkende Belgen is echt actief op zoek. België kent zo de laagste verloopintentie; Nederland zit ongeveer op hetzelfde niveau, maar het aandeel van passief geïnteresseerden is daar lager (13,2% tov 17% van de Belgen).

Franse en Duitse werknemers kijken (actief of passief) het meest uit naar een andere job, met 29%. In België gaat het om 26%, in het Verenigd Koninkrijk om 25%. Nederland klokt af op 22% van de werknemers.

Het zijn vooral jongeren die de arbeidsmarkt doelgericht afspeuren: in België solliciteert momenteel 24% van de 18- tot 24-jarigen en 16% van de 25- tot 34-jarigen. Vanaf 35 jaar zakt dit percentage steeds meer onder het gemiddelde van 10% en lager.

Loonpakket blijft prioriteit nummer 1

SD Worx polste naar de voornaamste redenen waarom werknemers een overstap zouden overwegen. Welke factoren noemen de Belgen bepalend om van werk te veranderen?

  • 18,3% noemt salaris en extralegale voordelen;
  • 17,2% noemt de werksfeer bepalend als voornaamste reden om van werk te veranderen.
  • 13,5% noemt jobinhoud
  • 8,8% noemt werkzekerheid;
  • 6,2% noemt afwezigheid van flexibele werkregelingen en
  • 6,1% noemt afwezigheid van groeikansen.

“De schaarste op de arbeidsmarkt laat zich duidelijk voelen”, zegt Cathy Geerts, CHRO bij SD Worx. “Bedrijven hebben moeite om de juiste profielen te vinden, de economie draait volop en dus zijn er veel vacatures. Werknemers zijn zich bewust van de opportuniteiten die er liggen, dus kunnen werkgevers maar beter extra tijd en energie investeren in employer branding én in personeelsbehoud. De basis in orde hebben, een vlotte payroll en motiverend loonbeleid hanteren, een aangename werksfeer creëren en de juiste match tussen persoon en jobinhoud aanbieden zijn de aspecten die overduidelijk het meest doorwegen.”

Arbeidskansen en jobmobiliteit: Belgen hebben minder vertrouwen in overstap dan Nederlanders

Hoewel ongeveer een kwart van de werknemers op zijn minst met één oog in de gaten houdt welke opportuniteiten er zich op werkvlak voordoen, vindt maar één op drie daarvan het betrekkelijk evident om de stap ook effectief te zetten. Hier schommelen de verschillen tussen de landen enorm. De arbeidsmarkt in Nederland lijkt de makkelijkste om van werkgever te veranderen. Vooral Nederlanders denken dat het gemakkelijk is of dat het klimaat gunstig is om ander werk te vinden.

Hoeveel procent van de werknemers denkt dat een overstap eenvoudig te maken is?

  • 49% van de Nederlanders;
  • 35% van de Duitsers;
  • 29% van de Belgen;
  • 27% van de Britten;
  • 21% van de Fransen.