Privacyverklaring

Loonsverlagingen blijven erg beperkt

25 juni 2020
Tekst
Jo Cobbaut

Sterk gemediatiseerde berichten over topsporters of piloten die loon inleveren, laten anders vermoeden, maar de coronacrisis veroorzaakte nog voor weinigen loonsverlaging. In de eerste vijf maanden van 2020 leverden amper vijf op de duizend bedienden een deel van hun loon in, gemiddeld een slordige 11 procent.

Een en ander blijkt uit een analyse van hr-dienstverlener Acerta. Zo’n 0,5% van alle bedienden zag tussen januari en mei zijn theoretisch maandloon dalen. Gemiddeld ging het voor die kleine groep over een loonsverlaging van 11,29%.

Cao nodig

Konden bedrijven de (loon)kosten drukken door de snelle invoering van het systeem van tijdelijke werkloosheid? Komt loonsverlaging later wel nog meer ter sprake? Tom Dirix, juridisch adviseur payrollservices Acerta, gaat daar niet zomaar van uit. “Loonsverlagingen kwamen de laatste tijd verschillende keren in de media, wanneer bijvoorbeeld voetballers of wielrenners zich bereid toonden in te leveren op hun loon, of wanneer piloten open stonden om tot bijna de helft van hun loon in te leveren. Maar we mogen niet vergeten: er kan niet eenzijdig over een loonsverlaging worden beslist. Dit moet afgesproken worden in een collectieve arbeidsovereenkomst die met de vakbonden wordt gesloten of met de betrokken werknemer in een individuele bijlage bij zijn of haar arbeidsovereenkomst. Zelfs als heel wat bedrijven in de komende maanden hun werknemers zouden vragen om in te leveren, is de kans dat hierover een akkoord tot stand komt veeleer uitzonderlijk. De lonen verlagen om kosten te besparen, is maar één en zeker niet de eerste optie in crisissituaties. De bedrijven waarover de afgelopen weken en maanden werd bericht, zijn dus alleenstaande gevallen.”

Ook bij relance is loonsverlaging geen eerste keus

Als loonsverlaging bij bedrijven al in beeld komt, zal dat pas volgend jaar zijn, stelt Acerta. Nu de tijdelijke werkloosheid gekoppeld aan corona - zij het onder strengere voorwaarden - vanaf 1 september verlengd zal worden, krijgen bedrijven nog langer meer zuurstof om in te schatten wat hen te doen staat op (middel)lange termijn.

Of er dan meer bedrijven aan hun werknemers zullen vragen om loon in te leveren, is nog maar de vraag. Door de voorwaarde van ‘wederzijdse instemming’ bij loonsverlagingen, kan het voor een werkgever bijvoorbeeld een “makkelijker” oplossing zijn gebruik te maken van ontslag om werk en werknemers beter op elkaar af te stemmen.

Arbeidsduurvermindering?

Tom Dirix denkt dus dat loonsverlagingen ook in postcoronatijden een marginaal fenomeen zullen blijven. “Wat wel mogelijk is dat deze loonsverlaging samengaat met een verlaging van de arbeidsduur, een bestaande mogelijke maatregel waarvan de Kern recentelijk nog besliste om deze te versterken. In het postcoronatijdperk zouden de vraag naar mensen en zelfs de arbeidskrapte snel weer realiteit kunnen worden. Als iedereen dan op zoek moet naar geschikt personeel, wordt dat voor werkgevers een dure klus. Wie dan de juiste mensen niet in huis heeft of haalt, zou zijn herstart weleens kunnen missen. Daarom zijn meerdere, duurzamere ingrepen zoals delen van werknemers, (tijdelijk) deeltijds werken of een (tijdelijke) arbeidsduurvermindering met loonverlies, maatregelen die beter passen in een evenwichtig relanceplan.”

Loonsverhoging

Opvallend: de loonberekeningen die Acerta analyseerde geven ook aan dat bijna de helft van de bedienden (48,86%) tussen januari en mei 2020 een loonsverhoging kreeg.
Tom Dirix: “Daar zijn verschillende verklaringen voor. Om te beginnen waren januari en februari nog ‘precoronatijd’. Bovendien doet zelfs een crisis eerder gemaakte afspraken niet zomaar ongedaan. Indexatie en baremieke verhogingen als gevolg van anciënniteit laten zich niet door een crisis overrulen. Zo kreeg de grote groep bedienden van het paritair comité 200 in januari zijn jaarlijkse indexaanpassing en de social profit kreeg er in februari of maart een van 2% gekoppeld aan de spilindex.”