Privacyverklaring

Kan het niet-correct dragen van een mondmasker een ontslag om dringende reden rechtvaardigen?

1 juni 2022
Tekst
Gastauteur

Zoals iedereen intussen goed bekend, werden van overheidswege in het kader van de covid-19-pandemie een aantal maatregelen uitgevaardigd, onder andere gebundeld in het Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus covid-19 te beperken.

Binnen een welbepaalde onderneming was hierdoor onder andere de verplichting tot het dragen van een mondmasker van toepassing. Éen van de werknemers, die al enige tijd in dienst was als uitzendkracht en nadien op basis van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, hield zich evenwel niet aan deze verplichting. Zo kreeg de werknemer mondelinge aanmaningen en twee schriftelijke verwittigingen wegens het niet dragen van het mondmasker op 29 juli 2020 en 30 augustus 2020. Na nieuwe vaststellingen op 25 oktober 2020 en 30 oktober 2020 is de werkgever dan ook overgegaan tot een ontslag om dringende reden.

De werknemer betwistte het ontslag om dringende reden en vorderde een opzeggingsvergoeding en een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

De Nederlandstalige arbeidsrechtbank te Brussel houdt bij haar oordeel in het vonnis van 11 januari 2022 rekening met het feit dat er op basis van de stukken ontegensprekelijk wordt aangetoond dat de werknemer meermaals verwittigingen heeft ontvangen wegens het niet respecteren van de veiligheidsregels, ingevolge het niet of niet-correct dragen van het mondmasker.

Het is volgens de rechtbank dan ook niet ernstig (van de werknemer) om te stellen dat het mondmasker altijd correct werd gedragen, dat er sprake was van een (mondelinge) betwisting, of dat het mondmasker afzakte door de dikke baard van de werknemer of toen hij een paar keer zuurstof inademde. Het feit dat de werknemer argumenteert dat hij fysiek werk verricht dat inspanningen vergt, is volgens de rechtbank niet aan de orde, wel het gegeven dat geen gevolg wordt gegeven aan meerdere (mondelinge en schriftelijke) verwittigingen van de werkgever, het belang van het dragen van een mondmasker duidelijk niet wordt onderkend, de werknemer in strijd met de toepasselijke verplichting de mening is toegedaan dat het dragen ervan niet opportuun is (bijvoorbeeld omdat hij zich in de buitenlucht bevindt) en het belang ervan volstrekt minimaliseert.

Ook de argumentatie dat de werknemer niet op de hoogte zou zijn geweest van de toepasselijke reglementering kan volgens de arbeidsrechtbank niet worden aangenomen. Zo werden de werknemers wel degelijk door middel van twee personeelsmededelingen (van 23 juli 2020 en 30 juli 2020) en verschillende infofiches binnen de onderneming ingelicht van het feit dat het verplicht was om een mondmasker te dragen en dat er mondmaskers gratis ter beschikking werden gesteld.

De arbeidsrechtbank is dan ook van mening dat de betrokken werknemer meermaals de toepasselijke instructies inzake de te respecteren sanitaire veiligheidsregels in een beperkte tijdsspanne heeft geschonden.

De arbeidsrechtbank stelt vervolgens dat het verweer van de werknemer dat bestaat in het ontkennen van de feiten en minimaliseren van de relevantie van het dragen van een mondmasker, dit niettegenstaande de toepasselijke verplichting en door de werkgever gegeven instructies in het kader van de bestaande covid-19-pandemie werkelijk niet te begrijpen en onaanvaardbaar is, waarbij zijn eigen veiligheid, alsook die van de collega’s in het gevaar werd gebracht. De arbeidsrechtbank wijst vervolgens ook nog op de (bedrijfs-)economische en sociale gevolgen die de niet-naleving van de wettelijke verplichtingen en besmettingen met zich meebrengen.

De (persisterende) houding van de werknemer neemt volgens de arbeidsrechtbank het gestelde vertrouwen in de arbeidsrelatie onmiddellijk en definitief weg. Als gevolg hiervan is de dringende reden gegrond en is er geen opzeggingsvergoeding of vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag verschuldigd.

Het volharden in het niet naleven van de veiligheidsinstructies en meer bepaald het niet dragen van een mondmasker kan wel degelijk een dringende reden uitmaken.