Iedereen herinnert zich nog de beelden van afdelingen intensieve zorgen vol met patiënten die voor hun leven vechten, omringd door druk in de weer zijnde teams van zorgprofessionals. Ondertusen blijkt dat verpleegkundigen op de afdelingen intensieve zorgen een zware prijs betaalden.
Een en ander blijkt uit de recente studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Een aantal factoren zorgde voor extra stress
De resultaten van een online-enquête, met een responspercentage van bijna 50%, tonen aan dat ziekenhuizen met de beste werkomgeving (op basis van een internationale schaal met 32 items) steeds beter presteren, in die mate zelfs dat sommige ziekenhuizen met een zeer goede werkomgeving, erin geslaagd zijn de gevolgen van de pandemie op het welzijn van de verpleegkundigen op de intensieve zorgen afdelingen te beperken.
De kwaliteit van de werkomgeving omvat factoren zoals deelname aan het ziekenhuisbeleid, de kwaliteit van de werkrelatie tussen arts en verpleegkundige, verpleegkundig leiderschap, enz.
Zo is het risico op burn-out (emotionele uitputting) 2,4 keer hoger in de groep ziekenhuizen met de slechtste werkomgeving (54%) in vergelijking met ziekenhuizen met de beste werkomgeving (23%). Dit is ook zo voor andere parameters.
In ziekenhuizen met de slechtste werkomgeving is de intentie om de huidige job te verlaten 2.1 keer hoger vergeleken met ziekenhuizen met de beste werkomgeving (56% versus 27%). Deze verschillen verdienen de nodige aandacht.
Ook de perceptie van de kwaliteit van de verleende zorg wordt beïnvloed door de werkomgeving van de verpleegkundigen. In ziekenhuizen met de beste werkomgeving, verklaarde 80% van de respondenten dat de kwaliteit van de zorg op hun afdeling goed of uitstekend was; in in ziekenhuizen met de slechtste werkomgeving verklaarde slechts 49% van de respondenten dat de kwaliteit van de zorg goed of uitstekend was.
Het verband tussen het aantal patiënten per verpleegkundige en het welzijn van de verpleegkundigen of gepercipieerde kwaliteit van zorg is minder duidelijk voor de intensieve zorgenafdeling dan voor klassieke ziekenhuisafdelingen. Dat ligt aan het wettelijk maximumratio van 3 patiënten per verpleegkundige, maar deze 3:1 verhouding is niet in alle ziekenhuizen de realiteit (bv. bij afwezigheden tgv ziekte).
Bovendien worden ook hoofdverpleegkundigen ingeschakeld om deze ratio te behalen, waardoor ze hun leidinggevende verantwoordelijkheden onvoldoende kunnen opnemen.
Deze ratio is uniform voor alle intensieve zorgen afdelingen, terwijl de toestand van patiënten op sommige afdelingen meer verpleegkundige aanwezigheid vereisen. De verpleegkundigen pleiten daarom voor een ratio die is aangepast aan de reële zorgzwaarte, objectief gemeten via een meetinstrument dat aangepast is aan de context van intensieve zorgen. Ook de invoering van verschillende ‘niveaus’ van intensieve zorgen afdelingen moet overwogen worden.
Het opleidingsniveau van intensieve zorgen verpleegkundigen is ook een aandachtspunt. Zij hebben bijna allemaal minstens een bachelordiploma en bijna 80% heeft een "Bijzondere beroepstitel intensieve zorgen en spoedgevallenzorg". Maar intensieve zorgen verpleegkundigen zijn ontevreden over de manier waarop deze expertise wordt gewaardeerd: 75% zegt ontevreden te zijn over zijn salaris (vooral sinds de hervorming van de salarisschalen in 2018).
Tegelijk wordt de deskundigheid van intensieve zorgen verpleegkundigen niet altijd optimaal benut. Ze voeren ook vaak taken uit waarvoor geen specifieke verpleegkundige deskundigheid vereist is - en zeker geen deskundigheid intensieve verzorging.
Dat bleek al uit de vorige KCE-studie. De oplossing hier is het inschakelen van ondersteunend personeel (zorgkundigen, logistiek personeel) om de teams te versterken.
Het KCE dringt aan op een algemeen plan dat werken als verpleegkundige in het algemeen, en op de intensieve zorgen afdelingen in het bijzonder, verhoogt. Dit plan moet voorzien in
Al vóór de crisis werd, met de oprichting van het Zorgpersoneelsfonds, een belangrijke eerste stap gezet met extra investering in verpleegkundig en zorgpersoneel. Tijdens de COVID-19 pandemie werden de budgetten voor dit fonds bestendigd en de wettelijke bepalingen vastgesteld om ervoor te zorgen dat deze budgetten ook daadwerkelijk zouden leiden tot extra personeel in de zorg. Het is nu tijd om nog een versnelling hoger te schakelen zodat verpleegkundigen ten volle hun maatschappelijk uiterst belangrijke rol kunnen opnemen.
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke stelde begin juni voor om 43 miljoen extra in te zetten voor bijvoorbeeld om verpleegkundigen die werken op intensieve zorg, op spoed, of op neonatologie. Hij denkt aan een extra forfaitair bedrag bovenop het loon.
Gespecialiseerde verpleegkundigen met een bijzondere beroepstitel krijgen zo 2.500 euro bruto extra op jaarbasis, en verpleegkundigen met een bijzondere beroepsbekwaamheid 833 euro bruto extra per jaar. Vandenbroucke wil het bovendien invoeren met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022.
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de hr-wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.