Privacyverklaring

Gemiddelde rit bedrijfswagen zakt 6 procent naar 23 kilometer

17 september 2019
Tekst
Jo Cobbaut

Medewerkers rijden dagelijks gemiddeld 23 kilometer heen en terug naar hun werk in hun bedrijfswagen. In 2012 was dat nog 29 kilometer. Die flinke daling betekent niet dat de bedrijfswagen aan populariteit inboet. Het aantal bedrijfswagens steeg sedert 2012 met meer dan een derde.

De cijfers komen uit een onderzoek van HR- en Well-beingexpert Attentia in het kader van de Week van de Mobiliteit. “Een mogelijke verklaring voor de daling is dat mensen steeds dichter bij hun werk willen wonen”, oppert Legal Consultant Yves Labeeu. “Dat is voor velen zelfs een belangrijke drijfveer om voor een werkgever te kiezen of om van werkgever te veranderen. Sommige medewerkers wisselen af en toe van vervoersmiddel. Zo zijn ze flexibeler als er bijvoorbeeld geen parking is of als ze van het zonnetje willen genieten.”

Carpooling in de lift

Uit de cijfers van Attentia blijkt ook dat duurzame alternatieven op de bedrijfswagen aan terrein winnen, vooral carpooling. Vandaag leggen carpoolers dagelijks gemiddeld 34,58 km af voor hun woon-werkverkeer. Dat is 6,28 km meer dan in 2012. Yves Labeeu: “Een logische trend, want steeds meer ondernemingen organiseren carpooling voor hun medewerkers. Financieel en fiscaal is dat een win-winsituatie voor beide partijen.”

Opvallend is dat jonge carpoolers aanzienlijk langere afstanden rijden. 20-29 jarigen leggen gemiddeld 37 kilometer per dag af, terwijl 50-59-jarigen ‘amper’ 30 kilometer carpoolen.

In het woon-werkverkeer met de bedrijfswagen is de trend omgekeerd: 18 km voor 20-29 jarigen, 26 km voor 50-59 jarigen.

Verschillen tussen genders en statuten

Bij andere vervoersmiddelen blijft de dagelijkse gemiddelde afgelegde afstand voor woon-werkverkeer stabiel:

  • fiets: 15 km,
  • te voet: 2 km,
  • eigen wagen: 22 km,
  • openbaar vervoer: 24 km.

In alle cijfers zijn er genderverschillen: mannen zijn langer onderweg om op hun werk te raken dan vrouwen, ongeacht het vervoersmiddel. Tussen arbeiders en bedienden zijn de verschillen minder zwart-op-wit: arbeiders zitten gemiddeld langer op de fiets, terwijl bedienden langer onderweg zijn met de eigen wagen, het openbaar vervoer of via carpooling.

Steeds meer medewerkers fietsen

Hoewel de gemiddelde afgelegde afstand ongewijzigd is, gaan steeds meer medewerkers met de fiets naar het werk. In 2015 koos nog zo’n 6,5% van de medewerkers voor de fiets, maar in 2018 was dit aantal al tot 9,1% gestegen.

Yves Labeeu is niet verbaasd, want steeds meer ondernemingen bieden een (elektrische) fiets of speed pedelec aan in een cafétariaplan. "Zeker sinds de invoering van het mobiliteitsbudget, dat sinds 1 maart in werking is getreden, promoten werkgevers steeds vaker alternatieve vervoersmiddelen.”