Privacyverklaring

Experimenteren met werklimieten in het onderwijs

9 januari 2023
Tekst
Ralf Caers
Beeld
Ralf Caers

In ‘Het Kleiner Geheel’ fileert Ralf Caers de actualiteit en zoekt hij uit wat we van het wereldtoneel moeten onthouden om ons eigen leven en werk beter te maken. Deze week: Proeftuinen in het onderwijs.

De aandacht voor het lerarentekort stijgt de laatste dagen weer. Gisteren hoorde u op het nieuws dat zij-instromers afknappen op het lagere loon en vandaag leest u in De Standaard over proeftuinen: tweehonderd scholen mogen zelf initiatieven verzinnen en uittesten om personeel aan te trekken en te behouden. Een Antwerpse school is bij de les en introduceert een vaste werkweek van 38 uur voor alle personeelsleden. Na die 38 uur moet het werk gedaan zijn.

Het artikel laat een belangrijke vraag onbeantwoord. Je kunt even goed 38 aaneengesloten uren werken (work-life separation) als een gebroken shiftstelsel hanteren (work-life integration). Wie opteert voor work-life separation kiest een duidelijk beginuur (bijvoorbeeld 8.00 uur in de ochtend) en een duidelijk einduur (bijvoorbeeld 15.40 uur). Nadien kan er gerust worden en die rust is broodnodig: 62 procent van de door ons bevraagde leerkrachten kwam maar af en toe, of zelfs nooit, tot rust tijdens de werkweek. Het nadeel van deze separatie is dat dit ook aanpassing vraagt van iedereen rond de leerkracht. Werkende ouders zijn het nu vaak gewend om ’s avonds nog naar de leerkracht te sms’en. En aangezien nu ook de oudercontacten voor 15.40 uur afgerond moeten zijn, moeten veel ouders misschien wel verlof nemen om een leerkracht te spreken. Of hoe de ene zijn werktijd niet langer waardevoller is dan andermans vrije tijd.

Het wordt belangrijk voor de school om een dergelijk beleid strikt af te dwingen. Je wil niet dat ouders de ene rebellerende leerkracht gebruiken om druk te zetten op de anderen: “Waarom doe jij zo betuttelend, terwijl die fijne leerkracht van wiskunde wel gewoon kan doen?” Een strikt beleid geeft leerkrachten een sterk wapen om nee te zeggen tegen overbevraging en hoe meer ze zien dat andere collega’s hetzelfde doen, hoe sterker die waarden zullen leven. Vrijblijvendheid zal de verandering daarentegen snel weer tenietdoen. Dat de school ervoor kiest om het beleid meteen voor alle personeelsleden in te voeren, is dan ook een opsteker.

Mocht de school daarentegen kiezen voor work-life integration, dan werkt de leerkracht bijvoorbeeld van 8.00 uur tot 12.00 uur en van 18.00 uur tot 21.40 uur. Lessen die gepland worden in de ochtend laten dan toe om ‘s avonds tijd te hebben voor oudercontact. De leerkracht werkt nog altijd 7,6 uur per dag, maar gewoon niet aansluitend en mogelijk ook niet allemaal in de gebouwen van de school. Dat hoeft niet erg te zijn. Voor veel mensen is deze flexibiliteit makkelijker te combineren met het privéleven dan rigide uren. Maar het is ook zo dat integratie veel moeilijker kan liggen voor mensen die zich niet makkelijk van de ene rol in de andere hijsen. Wie veel tijd nodig heeft om te ontstressen van het werk, zou in dit systeem snel het gevoel kunnen krijgen om altijd aan het werk te zijn.

Tot slot merk ik op dat de directie zich formeel voor het blok zet. Een maximaal aantal werkuren impliceert ook dat er minder gerekend kan worden op onbetaalde arbeid. Mensen die vroeger geëngageerd waren om meer dan 38 uur te werken, toppen die inspanning nu af en schuiven daarmee taken door naar anderen. Dat betekent dat er ofwel efficiëntiewinsten geboekt zullen worden om toch alles binnen het kader uitgevoerd te krijgen, of dat er extra personeel moet bijkomen. Door zichzelf voor het blok te zetten, zegt een directie ook: we willen deze taken uitgevoerd zien, maar niet door ons personeel uit te persen.

Laat dat een mooie gedachte zijn om het nieuwe jaar mee te starten.

Over deze gastauteur

Ralf Caers is professor HRM aan de KU Leuven, gastprofessor HRM aan de Ehsal Management School en de Université Saint Louis en zaakvoerder van de coachingpraktijk Passiemento.