Privacyverklaring

Esther Perel over de pandemie en de kwaliteit van relaties

17 augustus 2022
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Leeor Wild

De pandemie heeft ons denken over werk en leven definitief in een andere plooi gegooid, zo analyseert ook Esther Perel, zij het voor uiteenlopende groepen op uiteenlopende manieren.

We hadden een videogesprek met Esther Perel naar aanleiding van een event van ondernemersplatform Etion (september). Esther Perel had het onder meer over de parallellen tussen werkrelaties en liefdesrelaties. Die werden duidelijker tijdens de pandemie en door de effecten van de pandemie op relaties. “Er waren mensen die hun werk verloren en in onzekerheid belandden,” zo zegt Esther Perel: “Maar voor een andere groep was werk een stabiliserende factor; het garandeerde continuïteit. Plots vielen minstens twee werelden samen in die ene stoel thuis. Maar de normale sociale routines vielen weg. Sommigen werkten dan ook meer, gedeeltelijk doordat leven en werk dooreen liepen. Ook nieuw was de notie ‘essentiële beroepen’: plots zagen mensen van wie ze afhankelijk waren en waarvoor. Wat is eigenlijk strikt genomen overbodig als het op overleven aan komt? Wie liep risico’s door te werken om het leven van anderen beter te maken?”

De deconstructie van rituelen

De mogelijkheden van werken op afstand zetten ook vertrouwde werkpraktijken op losse schroeven. Esther Perel: “We gingen ons afvragen of we echt moeten blijven zitten tot we kunnen uitklokken, of tot ook de baas naar huis is? Is dat zinvol werken? Wat de vraag op tafel legt wanneer een werk af is en wanneer je voldoende gewerkt hebt, los van de uren? Wat is eigenlijk het nut en de zin van een kantoor? En wie kan zijn skills verhuizen? In de VS brachten nogal wat kappers hun klanten naar buiten om ze daar te kappen. Therapeuten bleken niet noodzakelijk een sofa nodig te hebben, met de vaste rituelen er omheen. Ook ik als therapeute bleek plots over landsgrenzen heen therapie te kunnen bieden. Ik deed zelfs sessies met koppels terwijl beiden op aparte locaties zaten. De deconstructie van bestaande rituelen was zeer vruchtbaar en opende perspectieven. Vreemd genoeg zijn we nooit eerder zo sterk fysiek apart geweest en tegelijk zo intiem samen geweest. De videovergadering brengt me een beetje binnen in de persoonlijke sfeer, waar al eens kinderen passeren, of een hond, die de ontmoeting kleuren. Nogal wat mensen zaten op dezelfde stoel om te eten, te werken, sociale contacten te hebben… Dat ging in tegen onze neiging om activiteiten te doen in specifieke ruimtes, in daartoe bestemde kledij, volgens specifieke rituelen, met een set geëigende benodigdheden… Die zorgen in normale tijden voor transitie en overgang. Toen die wegvielen, raakten mensen uitgeput. Het woord ‘uitputting’ is niet toevallig dikwijls vervangen door losgeslagen.”

Kwaliteit in relaties

Esther Perel waagt zich ook aan een voorspelling: “Oorlogen en rampen functioneren als versnellers op het vlak van relaties. Individuen versnellen beslissingen rond relaties en voortplanting. We krijgen bijgevolg meer huwelijken, meer geboortes en meer scheidingen. Ik vermoed dat het er mee te maken heeft dat een crisis ons vergankelijkheidsbesef verhoogt. Tijd is kort, het leven is kwetsbaar. Wat je ook denkt nog te moeten doen, wordt urgenter. Anderzijds krijgen we ook meer scheidingen, doordat mensen het gevoel hebben dat ze niet meer willen blijven wachten op veranderingen. Mensen ontdekten wie hen door de crisis hielp en wie of wat juist niet. En in zo’n relatie willen ze nu niet meer blijven. Dat geldt voor een huwelijk, maar ook voor een vriendschap, een werkgeversrelatie, een buurt … Je zit in onzekere tijden en dan krijg je ook meer polarisering. En dat zag je meteen. En in plaats van onder ogen te zien dat ze niet weten hoe het verder moet, begonnen mensen valse zekerheden te construeren. Ze hebben last van wat antropologen ‘liminaliteit’ noemen,” zo stelt Esther Perel vast. Ze zitten tussen oude rituelen en nieuwe in, waarbij onduidelijkheid overheerst. “En die liminaliteit dringt ook binnen in relaties. En sommige relaties worden daardoor sterker, andere begeven het.”

Esther Perel schrijft ook over relationele intelligentie. Wat ze schrijft komt er eigenlijk op neer dat de kwaliteit van je relaties de kwaliteit van je leven bepaalt. Esther Perel: “Exact. Uit onderzoeken naar wat mensen op het einde van hun leven hopen na te laten, blijkt dikwijls dat ze het hebben over wat ze betekenden voor andere mensen, niet over wat ze nalaten aan materieel bezit. Iedereen wenste dat ze meer tijd hadden doorgebracht met de mensen die er echt toe doen. Als therapeute die specifiek werkt aan relaties, spreek ik veel met mensen die gekwetst werden door anderen, die anderen missen, moeilijk connecteren met hun naasten … Ook mensen met een hoog salaris, liggen ’s nachts wakker van die collega die hun dagen vergalt. Ik ben ervan overtuigd dat goede relaties de basis zijn voor een betekenisvol leven, voor welzijn en zelfs geluk.”

Jezelf zijn op het werk

Als het zo is dat de kwaliteit van je relaties de kwaliteit van je leven bepaalt, kan je misschien stellen dat ze ook de kwaliteit van organisaties bepalen? Wat veronderstelt dat je op het werk je authentieke zelf wil en kan zijn. Maar kan je zoveel openheid verwachten in de professionele omgeving? Esther Perel: “Ik denk dat mensen hun hele zelf mee brengen naar het werk, of ze het nu weten of niet. Je hoeft bepaalde dingen niet altijd te zeggen opdat mensen dingen zouden weten over jou. Mensen zien je, zeg ik met Levinas. Ze weten misschien niet waarom je slecht gezind bent, maar ze zien wel dat iets je stoort. Ze weten misschien niet waarom jij altijd ‘neen’ zegt, maar ze zien je als diegene die dikwijls ‘neen’ zegt.”

Volgens Esther Perel hebben de jongere generaties daarmee veel minder moeite dan de boomers. Esther Perel: “Gen-z’ers brengen vandaag ook hun waarden en prioriteiten mee. Meer dan boomers verwachten ze in een organisatie te werken die past bij hun waarden en ze verwachten zelfs dat die organisatie zich daar ook nadrukkelijk over uitspreekt. In de VS zien we dat in ieder geval heel sterk. Werknemers verwachten ook een duidelijk engagement voor hun psychologisch en emotioneel welzijn. En dat stopt niet bij een gym voorzien op het werk, ze verwachten ook aandacht voor wat hen stresseert.”

Dat hoort bij het gestegen individualisme, waarbij mensen aandacht willen voor hun persoonlijke besognes. “Managers van de oudere generaties begrijpen dat niet altijd; zij zijn nog van de tijd dat iedereen zijn problemen zelf oploste in stilte en ze gingen toch aan het werk. En toch zijn die gen-z’ers hun kinderen.”

Relationele intelligentie

Esther Perel heeft het ook dikwijls over ‘relationele intelligentie’. Op de vraag wat ze daarmee bedoelt, verwijst ze naar haar aanpak als systeemtherapeute. Esther Perel: “Als systemisch opgeleide therapeute die kijkt naar twee mensen in een relatie, zie ik altijd meer dan twee mensen, maar ook twee mensen met hun geschiedenis en de mensen om hen heen met hun verleden. Die onzichtbare krachten bepalen nog altijd mee de richting die hun relatie uit gaat. Relationele intelligentie houdt ook rekening met de dynamieken van machtverhoudingen, maatschappelijke elementen en gaat verder dan het een-op-eenverhaal. Relationele intelligentie helpt iemand verstaan welke krachten ons beletten om ons aan te passen en om nieuwe mensen te verwelkomen, nieuwe stimulansen op te nemen, … Relationele intelligentie heeft te maken met inzicht in dynamieken, met zaken als macht, controle, vertrouwen, coalities, de verhouding tussen het zelf en de groep …

(Dit artikel is gebaseerd op een videogesprek voor een artikel in Ondernemen van juni 2022, Etion)