Eerst en vooral kijken bedrijven best na in hoeverre ze al aangesloten zijn of moet zijn bij het sectoraal pensioenplan, als dit er is. “Geloof het of niet, sommige bedrijven zijn zich hier zelf niet bewust van, zelfs al betalen ze hiervoor maandelijks of trimestrieel bijdragen”, zegt Isabelle De Somviele.
Isabelle is advocate en partner bij het advocatenkantoor Claeys & Engels en gespecialiseerd in aanvullende pensioenenplannen.
Dat komt dan voorbeeld naar boven bij bedrijven die zowel bedienden als arbeiders tewerkstellen en in kaart brengen wat er aan aanvullend pensioen is voor beide categorieën, in het kader van de verplichte harmonisatie hiervan tegen uiterlijk 2030.
Voor de bedienden is er vaker een groepsverzekering of aanvullend pensioenplan op ondernemingsniveau, maar niet voor de arbeiders die op hun beurt wel vaker aangesloten zijn bij een sectorplan. Bij deze laatste schommelt de gemiddelde bijdrage rond 1% van het brutoloon, wat veelal lager is dan de pensioenbijdrage voor de bedienden. De aansluiting bij een sectorplan is doorgaans verplicht, tenzij de sector toelaat dat de werkgever dit zelf organiseert op ondernemingsniveau (opting-out) of wordt uitgesloten omdat hij reeds een beter ondernemingspensioenplan voorziet.
“Van 100 euro die een werkgever stort in een pensioenplan, vloeit er netto ong. 65 tot 75 euro naar de werknemer, terwijl dit voor gewoon loon of een cash bonus maar ong. 30 euro is.”, zegt Isabelle De Somviele. Dat maakt het aanbieden van een tweede pijler product parafiscaal bijzonder interessant, zowel voor de werkgever als de werknemer.
De regering heeft bekend gemaakt dat ze de ambitie koestert dat iedere werknemer een aanvullend pensioenbijdrage van 3% op het brutoloon zo krijgen. “Dit is nog geen verplichting maar zit er mogelijk wel aan te komen”, verduidelijkt Isabelle.
Verdoe jij ook te veel tijd met het opvolgen van alle nieuwtjes in je feed? No worries, wij verzamelen alles wat nieuw is in de hr-wereld. Al die nieuwtjes komen wekelijks in jouw mailbox terecht.