Privacyverklaring

Een herstart voor duaal leren

23 februari 2022
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Agoria

De Vlaamse ministers van Werk en Onderwijs, Hilde Crevits en Ben Weyts, voorzien vandaag meer middelen om de inkanteling van leren en werken in duaal leren mogelijk te maken. Dat stelt Jolyce Demely, algemeen directeur van Agoria Vlaanderen (foto), niet gerust. Zij denkt dat duaal leren ook meer flexibiliteit en eenvoudiger regelgeving nodig heeft.

‘Vlaanderen is kaar voor duaal leren!’ zo wisten minister van Onderwijs Hilde Crevits en minister van werk Philippe Muyters helemaal zeker in 2019. In september van dat jaar zouden 186 scholen 79 duale studierichtingen aanbieden.

Veel ongekwalificeerde uitstromers

Het systeem moest de grote aantallen ongekwalificeerde uitstromers uit het onderwijs terugdringen. Dat is nog niet gelukt. Meer dan de helft van de jongeren die in Vlaanderen deeltijds beroepsonderwijs volgen, verlaat de school zonder diploma. Volgens het laatste schoolverlatersrapport van VDAB waren meer dan 28% van die ongekwalificeerde schoolverlaters een jaar later nog steeds werkzoekend. Helaas deden leerlingen die het deeltijds beroepsonderwijs afrondden, het met bijna 25% nauwelijks beter. Er is dus nood aan een beter systeem, zo concludeert minister Hilde Crevits vandaag.

En ze gelooft er nog altijd in; landen zoals Zwitserland en Duitsland, waar respectievelijk 70% en 50% van de jongeren duaal leert, hebben het potentieel van deze formule in overvloed bewezen, zo stelt Hilde Crevits. Die landen hebben ook een hoge werkzaamheidsgraad.

Versterkte aanloopfase

De Vlaamse regering blijft daarom veel middelen en mankracht investeren in duaal leren en andere vormen van alternerend leren. Bedoeling is een fijnmazig aanbod op maat van elke jongere. Duaal Leren is immers een veeleisende vorm van voltijds onderwijs waarbij je, net als in het klassieke technisch onderwijs, een diploma verwerft, ongeacht waar je de kennis en vaardigheden hebt opgedaan in een onderneming. Het is op die manier ook een echt succesverhaal voor heel wat gemotiveerde leerlingen. Maar er zijn ook leerlingen voor wie deze vorm van onderwijs nog te hoog gegrepen is. Daarom kwamen we eind vorig jaar nog met de Centra Leren & werken overeen om een versterkte aanloopfase uit te bouwen voor kwetsbare leerlingen voor wie de sprong naar duaal te groot is. Helaas werd de lancering gedwarsboomd door de pandemie.

Bovendien vergt de mentaliteitswijziging naar een cultuur van leren en werken tijd en geduld, zo pleit minister Crevits. “De uitbouw in Vlaanderen is volop aan de gang. Laten we dus niet het kind met het badwater weggooien.”

Maximaliseer het werkplekleren

Jolyce Demely reageerde op dat nieuws met de waarschuwing dat extra middelen geen garantie zijn op succes. Volgens de algemeen directeur Agoria Vlaanderen heeft duaal leren ook nood aan meer flexibiliteit en eenvoudigere regelgeving.

Haar eerste advies luidt dan ook om te streven naar maximaal werkplekleren in plaats van een vast aantal uren. In de wetgeving is nu opgenomen dat duaal leren minstens gaat om 14 uur werkplekleren. Duale trajecten met minder dan 14 uur worden niet als duaal beschouwd. Wat kan aangeleerd worden bij de werkgever, hangt af van  de opleiding en van de mogelijkheden.

Maak opleidingstrajecten realiseerbaar

Jolyce Demely wijst er ook op dat ons duaal leren gebaseerd was op succesformules in Duitsland en Zwitserland, waar grote aantallen leerlingen en studenten volledige opleidingstrajecten bij een bedrijf konden vervolledigen. Maar de structuur van Vlaamse bedrijven, dikwijls kmo’s, verschilt hiervan en kent uitdagingen om een gans traject bij éénzelfde werkgever te leren.

Jolyce Demely: “In andere Europese kmo-landen doet men hiervoor een beroep op trainingsallianties. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen werkgevers of tussen één werkgever en opleidingscentra, waardoor een volledig geïntegreerd traject kan worden aangeboden.”

Leren op maat van de leerling en met verschillende methodes

Het combineren van een werkgever met specifieke opleidingscentra is één mogelijkheid. “Technologie biedt echter ook een brede waaier aan mogelijkheden die ook binnen duaal leren gebruikt kunnen worden. Denk maar aan virtuele of augmented reality, waardoor gesimuleerd geleerd kan worden.” Centraal staat hier de combinatie van klassikale, duale en digitale methodes op maat van de leerling. “Enkel wanneer de toekomst van duaal leren de nodige flexibiliteit aan de dag legt, zal het duaal leren groeien en bloeien en dit voor iedere leerling”, besluit Demely.