Privacyverklaring

De occulte beschermingsperiode: voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast

1 februari 2020
Tekst
Gastauteur

De occulte beschermingsperiode start tussen 12 en 25 januari 2020 (X-30) en eindigt tussen 17 en 30 maart 2020 (X+35) naargelang op welke datum de sociale verkiezingen worden gehouden.

Krachtens de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden (hierna 'de wet van 19 maart 1991' genoemd) genieten werknemers die zich kandidaat stellen een specifieke bescherming tegen ontslag. Bijgevolg kunnen die werknemers alleen worden ontslagen om een dringende reden die vooraf door de arbeidsrechtbanken is aanvaard of om economische of technische redenen die vooraf door het bevoegde paritaire comité zijn erkend. Werkgevers die deze procedures niet naleven, moeten een beschermingsvergoeding betalen (die in de ergste gevallen kan oplopen tot acht jaar loon).

Deze specifieke bescherming start dertig dagen vóór de bekendmaking van de datum van de verkiezingen van 2020. In het jargon van de sociale verkiezingen noemen we dat X-30. Aangezien de sociale verkiezingen tussen 11 en 24 mei 2020 moeten plaatsvinden, begint de beschermingsperiode tussen 12 en 25 januari 2020, afhankelijk van de datum die de werkgever kiest voor het houden van de verkiezingen.

Maar pas op X+35 zullen de representatieve werknemersorganisaties hun kandidatenlijsten indienen: tussen 17 en 30 maart 2020 dus, afhankelijk van de datum waarop de verkiezingen plaatsvinden.

Occulte beschermingsperiode
Zo vallen de kandidaten al gedurende een periode van 65 dagen onder het beschermingsregime zoals voorzien in de wet van 19 maart 1991, terwijl de lijsten op dat moment nog niet zijn ingediend. Deze periode noemen we doorgaans 'de occulte beschermingsperiode'.

Door de terugwerkende kracht van die bescherming wordt er dus sterk aanbevolen om alle ontslagen tijdens die periode van 65 dagen te vermijden.

Als een ontslag tijdens de occulte beschermingsperiode onvermijdelijk is en als nadien blijkt dat de ontslagen werknemer opgenomen is in de lijst met kandidaten, heeft de werkgever de volgende opties:

Ø De werkgever zou de geldigheid van de kandidatuur kunnen betwisten in het kader van de beroepsprocedure voorzien in de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen (hierna 'de wet van 4 december 2007' genoemd). Volgens de rechtspraak is er inderdaad beroep bij de arbeidsrechtbanken mogelijk, niet alleen wanneer de kandidaat niet aan alle voorwaarden voldoet om verkozen te worden (bijvoorbeeld wanneer een preventieadviseur zich kandidaat stelt), maar ook in het geval van een onrechtmatige kandidatuur. Een kandidatuur wordt over het algemeen als onrechtmatig beschouwd wanneer een werknemer zijn recht om zich kandidaat te stellen misbruikt. Dat is zo wanneer de werknemer zich kandidaat stelt met als enige bedoeling te profiteren van het beschermingsregime zoals voorzien in de wet van 19 maart 1991. Hoe dan ook is het aan de werkgever om dat te bewijzen.

Ø De werkgever zou ook kunnen instemmen met het re-integratieverzoek dat de werknemer indient en vervolgens de relevante procedure kunnen opstarten om deze bescherming teniet te doen (bijvoorbeeld door een aanvraag in te dienen bij het bevoegde paritaire comité voor de erkenning van economische of technische redenen).

Overweegt u om een medewerker te ontslaan tijdens de periode van 12 tot 25 januari 2020 en tot de periode tussen 17 en 30 maart 2020? Denk dan goed na voor u zo'n beslissing neemt.