De Gouden Kooi en de kostprijs

Ruim 1 op 3 werknemers zegt in een gouden kooi te zitten. Hoewel ze zich onvoldoende gemotiveerd en betrokken voelen, durven ze de stap naar een andere baan niet te zetten.

Een en ander blijkt uit onderzoek in opdracht van hr- dienstverlener Tempo-Team in samenwerking met prof. dr. Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.

Welke gevolgen kan deze lage interne of externe jobmobiliteit hebben? Hoe kan de organisatie de affectieve betrokkenheid van werknemers versterken en hun langdurig engagement verzekeren?

Immobilisme

Ons land zag de vacaturegraad, het aantal openstaande vacatures ten opzichte van de beroepsbevolking, gestaag stijgen tot momenteel 4,7%. Door die schaarste op de arbeidsmarkt is het vandaag belangrijker dan ooit om alle talent in de organisatie optimaal in te zetten. Dat houdt ook in dat werknemers die vastzitten in een gouden kooi, nieuwe perspectieven krijgen.

• Vier op tien geven aan dat ze vastgeroest zijn in hun job omdat ze weinig andere opties zien, of vrezen voor problemen als ze hun huidige organisatie verlaten.
• Twee op drie geven toe dat veranderen van job te veel onzekerheid met zich meebrengt.
• Voor vier op tien is trouw aan hun werkgever de grootste oorzaak van hun immobiliteit.

Het gebrek aan mobiliteit op de arbeidsmarkt bemoeilijkt het invullen van openstaande vacatures, zo stelt Wim Van der Linden, woordvoerder bij Tempo- Team. Bovendien verliezen bedrijven ook intern potentieel omdat er een tekort is aan motivatie bij hun werknemers.”

Dat gebrek aan motivatie

• kost ook productiviteit,
• belet de optimale werking van werknemers en
• verhindert een succesvolle samenwerking met collega’s.

Gemotiveerde werknemers tonen de weg

Werknemers die aangeven helemaal niet in een gouden kooi te zitten,

• zijn gemotiveerder (87% vs. 27%)
• zijn gelukkiger (94% vs. 29%) en zitten dus goed in hun vel en zien geen reden om een andere job te zoeken.
• zijn productiever (87% vs. 29%)
• zijn geëngageerder voor hun job (87% vs. 27%)
• hebben een betere band met hun collega’s (89% vs 23%) en
• met leidinggevenden (88% vs. 24%).

Dit schril contrast tussen beide categorieën werknemers toont het belang aan voor werkgevers om in te zetten op een sterk retentiebeleid.

Betrokkenheid doet wonderen

Om werknemers met de juiste motivatie aan je te binden, is het belangrijk om in te zetten op affectieve betrokkenheid. Optimaal functionerende werknemers scoren hoog op affectieve betrokkenheid (70%) en voelen zich duidelijk niet gevangen in een gouden kooi (78%). Ze hebben een hogere motivatie, identificeren zich met de waarden en normen van het bedrijf en voelen zichzelf er ook helemaal thuis.

Toch blijkt nog vaak dat een sterke emotionele band tussen medewerkers en de organisatie ontbreekt. Zo geeft 76% van de nieuwe werknemers aan dat het management geen tijd spendeert met hen en dat men aan zijn lot overgelaten wordt (16%). Werkgevers betrekken nieuwkomers vaak te weinig bij de groep (37%) en voorzien te weinig opleidingen (23%).

Waarden

“Het is zonde van tijd en middelen om aan de ene kant schaars talent te rekruteren en intussen het potentieel van de bestaande werknemers niet volledig te benutten,” zo waarschuwt prof. dr. Anja Van den Broeck: “Daarom is het belangrijk dat zowel op vlak van hr als organisatieniveau inspanningen geleverd worden om werknemers te binden en houden. Werknemers moeten zich door hun organisatie gesteund voelen of althans die perceptie hebben.”

Anja Van den Broeck wijst er ook op dat het belangrijk is dat de waarden van de werknemers in lijn liggen met die van de werkgever en dat deze altijd zijn beloftes nakomt.” Tenslotte spelen ook de intrinsieke waarden, zoals het creëren van goede relaties, en de reputatie van het bedrijf een belangrijke rol om werknemers affectief te betrekken bij het bedrijf”.