Privacyverklaring

“Corona leidt niet tot piek in verloopcijfers”

1 maart 2022
Tekst
Gastauteur

Ook na de coronacrisis loont het meer dan ooit voor bedrijven om in te zetten op de interne loopbaandynamiek van medewerkers. Dat stellen onderzoekers van de Antwerp Management School, UGent en B-Tonic na een bevraging bij werknemers over hun professionele welbevinden tijdens de pandemie. “Het rendeert écht om als werkgever te investeren in de ontwikkeling en het mentale welzijn van mensen.”

De negatieve impact van de coronacrisis op het mentale welzijn van de algemene bevolking valt niet zomaar door te trekken naar het professionele welbevinden op de werkvloer. Integendeel, van de 2.286 bevraagde medewerkers die deelnamen aan het onderzoek van de Antwerp Management School, de Universiteit van Gent en B-Tonic (dochteronderneming van Baloise Insurance) geeft vier op de tien medewerkers aan dat ze een positief effect voelen van de pandemie op hun werkgeluk.

Een belangrijke factor is uiteraard het toegenomen telewerk dat voor 41 procent van de bevraagde werknemers een gunstig effect heeft op de algemene jobtevredenheid (tegenover 29 procent negatief) en op de balans tussen werk en privé: 57 procent positief tegenover 27 procent negatief. “Meer autonomie, duidelijkheid over wat van de werknemer wordt verwacht en steun van de leidinggevende zijn belangrijke elementen die tot het positieve welbevinden bijdragen”, zegt professor organisatiepsychologie Kathleen Vangronsvelt.

Ruimte voor verbetering

Toch is er nog veel ruimte voor verbetering, geeft ze aan. “Nog steeds een op de vijf (18 procent) werknemers geeft aan zich mentaal niet gezond te voelen. Ze leidt de conclusie ook af uit de bevraging van 327 werkgevers: bedrijfsleiders en hr-professionals. “Drie op de vier bevraagde werkgevers ligt nog steeds wakker van het mentale welzijn van de medewerkers. Een steeds groter wordende groep werknemers lijkt de pandemie en bijhorende maatregelen dus te kunnen ombuigen tot iets voordelig voor hun welbevinden op het werk, maar het is belangrijk om deze inzichten door te vertalen naar alle werkplekken en alle medewerkers.”

Het onderzoek toont ook aan dat er een spanningsveld is tussen autonomie en verbondenheid van medewerkers. “De mate waarin werknemers autonomie op het werk ervaren, hangt sterk samen met het ervaren van een positief effect van de pandemie”, zegt Vangronsvelt. Terwijl het telewerken voor velen een positief effect heeft op autonomie, krijgt de verbondenheid met de organisatie klappen. “De helft van de respondenten geeft aan dat het telewerken een negatief effect heeft op de band tussen werkgever en werknemer.”

Psychologisch contract & psychologische veiligheid

De professor pleitte eerder tijdens de pandemie al om het psychologisch contract, de wederzijdse verwachtingen tussen werkgever en werknemer, te expliciteren en herhaalt die oproep in het licht van dit onderzoek. “Het is belangrijk om duidelijk te maken wat je van elkaar verwacht en duidelijke afspraken te maken. Er is zoveel veranderd de afgelopen twee jaar; het is onrealistisch om te denken dat we nog altijd op dezelfde golflengte zitten.”

Daarnaast is ook psychologische veiligheid belangrijk, de mate waarin medewerkers het gevoel hebben dat ze over thema’s als bijvoorbeeld mentale gezondheid, werkdruk of de balans tussen werk en privé kunnen spreken. Niet elke leidinggevende zal automatisch de dialoog aangaan met zijn of haar team. En niet elke leidinggevende is hier van nature goed in. “Door de belangrijke rol die leidinggevenden spelen in het creëren van psychologische veiligheid is het geen overbodige luxe om hen als organisatie te ondersteunen en op te leiden in het voeren van connecterende gesprekken met hun medewerkers. Voelen dat een respectvolle dialoog mogelijk is, komt de tevredenheid en het engagement van medewerkers ten goede”, aldus Vangronsvelt.

Geen aardverschuiving

De Vlaamse arbeidsmarkt wordt sowieso niet gekenmerkt door een hoge mate van mobiliteit. Ook de coronapandemie zorgt op dat vlak niet voor een aardverschuiving. Corona zet wel meer dan de helft van de werknemers (53 procent) aan het denken over hun loopbaan, maar dat vertaalt zich niet in het actief op zoek gaan naar ander werk: 74 procent is hier niet mee bezig, 21 procent kijkt passief uit naar ander werk en 5 procent is actief op zoek. “Deze cijfers tonen aan dat een arbeidsmarkt vol jobhoppers nog niet voor morgen is. Dit moet een extra stimulans zijn om in te zetten op de interne loopbaandynamiek. Voor werkgevers loont het écht om te investeren in de ontwikkeling en het mentale welzijn van mensen. Mogelijk stelt het medewerkers zelfs in staat om de pandemie positief te verteren”, zegt professor Ans De Vos. Bovendien zeggen twee op de drie respondenten dat ze door corona nieuwe kennis en vaardigheden hebben ontwikkeld. Dat aandeel ligt hoger bij kennisjobs (70 procent) dan bij mensen die manuele arbeid verrichten (40 procent). Bovenaan het lijstje staan digitale vaardigheden (51 procent).

Hybride werken

En wat is nu de balans van telewerken? Voor een meerderheid van de bevraagden is van thuis uit werken bevorderlijk voor het evenwicht tussen werk en privéleven. Daarnaast blijkt er een onderscheid op het vlak van gender. “De bevraagde vrouwen staan duidelijk positiever tegenover telewerk dan mannen”, stelt professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent), die mee de bevraging bij werknemers analyseerde. “62 procent van hen vermoedt een positief effect op efficiëntie tegenover 49 procent mannen.” Ook hier blijven er aandachtspunten. Drie op de tien vreest een negatief effect op promotiekansen. De helft vreest negatieve gevolgen voor verbondenheid met de werkgever terwijl zes op de tien vrezen voor verbondenheid met collega’s”, zegt Baert.

Slotbevraging

De bevindingen uit het onderzoek hebben betrekking op een bevraging georganiseerd tussen 18 november en 21 december. Eerder organiseerden de betrokken onderzoekers een bevraging tijdens de eerste coronagolf (maart/april 2020) en de derde golf (april 2021). “De bedoeling is om in april 2022 nog een laatste bevraging te organiseren. Hopelijk kunnen we dan spreken over de impact van covid-19 op menselijk kapitaal in organisaties na een pandemie”, besluit professor Kathleen Vangronsvelt.