Privacyverklaring

Collega's met migratie-achtergrond goed voor tevredenheid. Sauf...

12 maart 2020
Tekst
Jo Cobbaut

Werknemers in organisaties met collega’s met een migratie-achtergrond, zijn over het algemeen tevredener in Nederland, België en Duitsland. Voor Frankrijk geldt dat niet. Een perceptie-onderzoek zag overigens een opvallend verschil tussen Franstalige en Nederlandstalige Belgen.

Haystack Consulting voerde in opdracht van House of HR een perceptie-onderzoek uit bij werknemers en werkgevers van bedrijven en overheidsdiensten: hoe ervaren zij de samenwerking met mensen met een migratie-achtergrond? Het rapport kijkt zowel naar algemene perceptie, als naar verschillen tussen België, Nederland, Frankrijk en Duitsland.

Organisaties mét collega's met migratie-achtergrond zijn tevredener

Werknemers zijn tevredener als ze werken in een organisatie met medewerkers met een migratie-achtergrond.

Overheden en kleinere bedrijven stellen minder mensen met een migratie-achtergrond tewerk dan grotere bedrijven en multinationals.

Werknemers nemen meer sociale initiatieven (zoals feestjes) in bedrijven met medewerkers met een migratie-achtergrond. Dit zorgt direct voor een betere integratie van die medewerkers.

Groot- en detailhandel hebben meer mensen met een migratie-achtergrond in dienst dan de andere onderzochte sectoren. Maar ze ondernemen weinig acties om de integratie te bevorderen.

Werkgevers en werknemers zien verschillende obstakels bij het aantrekken van mensen met een migratie-achtergrond. Werkgevers zijn voorzichtiger, wat banger om mensen met een migratie-achtergrond aan te trekken.

Frankrijk: moeilijk

In Frankrijk is de jobtevredenheid groter in bedrijven zonder mensen met een migratie- achtergrond. Frankrijk neemt in vergelijking met België, Duitsland en Nederland een aparte positie in. De resultaten doen vermoeden dat de angst bij Franse bedrijven groter is en dat ze mensen met een migratie-achtergrond eerder uit opportunisme dan uit overtuiging aannemen. Een vermoeden dat versterkt wordt door de verschillen tussen Nederlandstalige en Franstalige bedrijven in België.

Samenwerking op de werkvloer loopt in Nederland opvallend vlotter dan in de andere landen.

In België zijn zowel werkgevers en werknemers bang voor culturele verschillen. Bij werknemers wegen die culturele verschillen sterker door dan bij werkgevers.

Taalbarrière en ervaring

De belangrijkste barrière om mensen met een migratie-achtergrond aan te nemen, is zowel bij de werknemers als de werkgevers de taal.

Als tweede belangrijkste barrière geven werkgevers het gebrek aan professionele ervaring aan: een op de vijf werkgevers denkt dat deze mensen te weinig ervaring hebben.

Taalcursussen worden vaak als wondermiddel aangehaald om de integratie te bevorderen. Werknemers denken dat er méér taalcursussen worden aangeboden dan in werkelijkheid het geval is.

Als de dienstensector en sociale sector mensen met een migratie-achtergrond aannemen, doen ze dat opvallend vaak omdat die mensen ‘minder veeleisend’ zijn. Een opvallende vaststelling voor sectoren die over het algemeen als sociaal bestempeld worden.

Nederlandstalige versus Franstalige Belgen

In tweede instantie zoomde het onderzoek in op de resultaten in België, en vergeleek daarbij Nederlandstaligen en Franstaligen, zowel werkgevers als werknemers.

In Vlaanderen werken (absoluut en procentueel) meer mensen met een migratie- achtergrond dan in Wallonië.

Vlaanderen kent nochtans meer barrières om mensen met een migratie-achtergrond aan te nemen. Vooral de gebrekkige kennis van het Nederlands wordt als een ernstige barrière gezien.

Vlamingen werken beduidend vlotter samen met mensen met een migratie-achtergrond dan Walen.

Nederlandstaligen nemen mensen met een migratie-achtergrond aan omwille van de diversiteit en uit sociale overwegingen.

Franstaligen nemen hen vooral op omwille van specifieke vaardigheden.

Bij de Nederlandstaligen is het dus eerder van ‘willen’, en bij Franstaligen eerder van ‘moeten’. Die wat scherpere mening bij de Franstaligen lijkt sterk op de terughoudendheid die de onderzoekers in Frankrijk vaststellen (zie hierboven). Is de taalgrens ook een sociale grens?

In dezelfde lijn geven Nederlandstaligen aan dat ze in de toekomst zeker nog mensen met een migratie-achtergrond zullen aanwerven. Franstaligen zijn daar minder zeker van.

Vlamingen staan meer open voor migratie op de werkvloer. Ze werven hen aan uit diversiteitsovertuiging, werken er vlot mee samen en zullen er in de toekomst zeker nog aanwerven, ook al zien ze de taal als een belangrijke barrière.

Het onderzoek

In elk land werden 500 werknemers ondervraagd en 100 HR-professionals uit sectoren. Werknemers werden online ondervraagd, werkgevers online én life.

Bron: ‘Integration of employees with a migration background – mapping differences between corporate view and employee view.’