Privacyverklaring

Weer wat meer bedrijfswagens, maar toch lichte kentering in het pendelgedrag

11 januari 2023
Tekst
Jo Cobbaut
Beeld
Foto door Kindel Media

Hoewel het aantal bedrijfswagens blijft stijgen, is er wel een kentering ingezet in het woon-werkverkeer: werknemers fietsen wat meer en nemen wat meer het openbaar vervoer.

Bovendien lijkt de omschakeling van brandstofmotoren naar elektromotoren definitief ingezet. Dat blijkt uit de zevende editie van de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta, die de mobiliteitsgewoontes van 330.000 werknemers analyseerde naar aanleiding van het aanstaande autosalon.

De auto is niet meer de automatische keuze voor woon-werkverkeer

23% van de Belgische bedienden beschikt over een bedrijfswagen (ook wel salariswagen genoemd). Dat is opnieuw een kleine toename (vgl. 2021: 22,3%). De wagen blijft daarmee nog altijd de koning onder de pendelvervoersmiddelen, maar verliest wel wat terrein. Waar in 2021 78,4% van de werknemers minstens deels/af en toe op de auto rekende om op het werk te geraken, is dat in 2022 77,9%. En de auto verliest ook nu weer ten voordele van de fiets, waarvan het aandeel doorstijgt naar 35,8%. Maar deze keer ook ten voordele van het openbaar vervoer, dat nu 8,3% van de werknemers bereikt, tegenover 7,8% in 2021.

Charlotte Thijs, mobiliteitsexperte van Acerta, zag al eerder dat mensen bewuster nadenken over verplaatsingen: “Er is het algemeen groeiende milieubewustzijn, het gamma vervoermiddelen dat almaar diverser wordt (met bijvoorbeeld de step), de (elektrische) fiets die een imago-boost kreeg ... De laatste maanden komen daar de hoge brandstofprijzen bovenop. Het leidt ertoe dat werknemers niet meer automatisch in de auto stappen en dat de decennialange dominantie van de auto op de terugweg is.”

De gemiddelde woon-werkafstand van de Belgische werknemer wordt voor het eerst een halve kilometer langer op een jaar tijd en bedraagt nu 20,5 kilometer. ​Het zou niet onlogisch zijn dat thuiswerk daarin een rol speelt.

Fiets blijft overtuigen, openbaar vervoer klimt uit het dal

Hoe ziet het met de combinatie van vervoersmodi? De populairste combinatie is die van wagen en fiets: 19% regelt hun verplaatsingen op die manier. 15% kiest exclusief voor de fiets. Wie kiest voor het openbaar vervoer combineert dat meestal niet met een ander vervoersmiddel (5,8%), tenzij met de fiets (1,2%).

Charlotte Thijs is niet verbaasd dat de fiets in het woon-werkverkeer aan belang wint, want ze ziet “bijvoorbeeld dat meer werkgevers fietsleases voorstellen en dat meer mensen een fietsvergoeding krijgen. Het openbaar vervoer lijkt wat te profiteren van verschillende evoluties, maar met bijvoorbeeld flexibelere abonnementssystemen die beter beantwoorden aan meer thuiswerk, zou daar zeker nog winst te halen zijn.”

De bedrijfswagen: fossiele brandstof gaat eruit

Het bedrijfswagenpark blijft dus groeien, maar daar is de elektrificatie nu echt bezig. Die omschakeling is een gevolg van de afbouw en uiteindelijke afschaffing van de fiscale voordelen voor bedrijfswagens met een brandstofmotor. De impact daarvan begint al duidelijker te worden.

  • 10% van de bedrijfswagens is ondertussen een hybride wagen; de populairste is die met een combinatie van een elektromotor met een verbrandingsmotor op benzine (8,8%).
  • 3,2% zijn volledig elektrische bedrijfswagens. Daar zullen alle bedrijfswagenparken finaal naartoe gaan. Hun aandeel blijft klein, maar is wel ruim verdubbeld tegenover 2021.
  • 57,8% zijn nog diesels, een aandeel dat alleen maar verder zal dalen.

Charlotte Thijs stelt vast dat een wagen van het werk voor ondernemingen een sterke troef blijft, zeker in de krappe arbeidsmarkt. “Bij de bedrijfswagens is het uitdoofscenario van fossiele brandstof onomkeerbaar. Vanaf 1 januari 2023 wordt de fiscaliteit op hybride bedrijfswagens nog wat strenger. En 1 juli 2023, D-day voor de switch naar het elektrische bedrijfswagenpark, is niet meer veraf. Het is niet zo dat er vanaf 1 juli alleen nog elektrische bedrijfswagens zullen rondrijden: lopende leasecontracten kunnen nog tot de einddatum. Maar als we mogen uitgaan van een contracttermijn van vier tot vijf jaar, zien we in 2028 de bedrijfswagens met een brandstofmotor hun laatste kilometers rijden.”