Privacyverklaring

32 sectorale akkoorden: de trends

9 oktober 2019
Tekst
Jo Cobbaut

Tussen 24 april en 7 oktober sloten 32 paritaire comités een akkoord over meer dan 70 thema’s. Monica De Jonghe, directeur-generaal van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), is tevreden: "Ondanks de kritiek op het sociaal overleg was het Interprofessioneel Akkoord (IPA) een belangrijke factor voor de sociale vrede.”

Na het ontwerp van IPA 2019-2020, dat de basis vormde voor het koninklijk besluit over de loonnorm van 1,1% en de interprofessionele akkoorden in de Nationale Arbeidsraad (NAR), begonnen sectorale onderhandelingen in de paritaire comités. Tussen 24 april en 7 oktober sloten 32 paritaire comités een akkoord over meer dan 70 thema’s. Dat sloeg op meer dan  1,4 miljoen arbeidsplaatsen.

Loonnorm

Het VBO analyseerde alle akkoorden. De vertegenwoordiger van de grote ondernemingen stelt vast dat de loonnorm van 1,1% nagenoeg volledig ingevuld werd. De sectoren beslisten doorgaans om niet af te wijken van de 1,1% loonsverhoging. Twaalf sectoren gingen uit van een verhoging in % van 1,1%. Bij arbeiders in twee sectoren werd de verhoging uitgedrukt in extra uurloon, bij bedienden in drie sectoren in extra maandloon. Naast de algemene verhoging kenden drie sectoren ook een eenmalige premie toe.

Minimumlonen: uitdrukkelijke bepalingen

Bijna alle sectoren namen uitdrukkelijke bepalingen op over de verhoging van de sectorale minimumlonen. Nagenoeg in alle gevallen is de verhoging dezelfde als de verhoging toegepast voor alle lonen in het luik koopkracht. In de NAR lopen ook nog besprekingen over de verhoging van het interprofessioneel minimumloon, in uitvoering van het ontwerp van IPA.

Mobiliteit: idem

Werkgevers en vakbonden zetten in het ontwerp van IPA volop in op een ‘modal shift’ door de keuze voor het openbaar vervoer en duurzame vervoersmodi te stimuleren. De sectoren gaven daar gevolg aan: 25 van de 32 paritaire comités namen een bepaling over mobiliteit op, vooral over de fietsvergoeding (ofwel invoering ofwel verhoging van bestaande bedrag).

SWT: meer rechtszekerheid

Op twee paritaire comités na werden in alle sectoren de SWT-stelsels aangepast of verlengd, conform de mogelijkheden van de in de NAR afgesloten cao’s.

Veel aandacht voor vorming en opleiding

28 van de 32 paritaire comités namen een bepaling op over vorming en opleiding. Achttien ervan gingen een engagement aan om tot gemiddeld X (2, 3, 4, 5 of 6)-aantal dagen per VTE te komen. Dit thema leeft dus, besluit het VBO. Vorming en opleiding maakten als dusdanig geen deel uit van de afspraken op interprofessioneel niveau. Monica De Jonghe vermoedt dat de bepalingen in de wet Werkbaar Wendbaar Werk de sectoren daartoe gestimuleerd hebben. Ze vindt het belangrijk dat sectoren de nodige ruimte en vrijheid krijgen om een beleid op maat uit te werken.