Privacyverklaring
Golven van triomf bij Amerikaanse vakbonden
Tekst
Patrick Verhoest
Beeld
Tom Vanlaere

Golven van triomf bij Amerikaanse vakbonden

1 juli 2022
Waar vakbonden bij ons meer inzetten op dienstverlening, experimenteren de Amerikaanse noodgedwongen met organiseren van onderuit
Recent gewaagde de Amerikaanse pers van een reeks grote overwinningen voor de lokale vakbonden. Reusachtige spelers als Starbucks en Amazon ontsprongen de dans niet en haalden het wereldnieuws. Wat is er aan de hand?

Recent gewaagde de Amerikaanse pers van een reeks grote overwinningen voor de lokale vakbonden. Reusachtige spelers als Starbucks en Amazon ontsprongen de dans niet en haalden het wereldnieuws. Wat is er aan de hand?

Het triomfalisme ontging Maarten Hermans niet. Hij is expert sociaal overleg en welzijn op het werk bij ACV. Hij merkte de spraakmakende golf van vakbondserkenning bij Starbucks, waar in heel wat lokale vestigingen de vakbonden de medewerkers mogen vertegenwoordigen: “Dat is niet evident in een sector als de horeca en zeker omwille van de antisyndicale werkgevershouding bij Starbucks. Ook bij Amazon, waar ze erg antivakbond zijn, hebben vakbonden lang hun tanden stukgebeten op het bedrijf. Ze boekten een onverwachte en stevige doorbraak in maart, toen een distributiecentrum van Amazon met achtduizend werknemers voor vakbondsvertegenwoordiging koos. Dat maakt de golf opvallend en spraakmakend.” Ook de New York Times, Kellogs en John Deere haalden het nieuws.

Relativering

Stan De Spiegelaere, professor aan de Faculteit Economie en Bedrijfsbeheer aan UGent nuanceert. De syndicalisering in Amerika bevindt zich nog altijd in een dalende trend en de heropleving is eerder lokaal. “Vergeet niet dat je in Amerika als vakbond in elk apart filiaal van een bedijf moet binnenraken. We hebben te maken met een symbolische strijd waarbij ze elke kleine overwinning moet afdwingen met een gevecht. Elk succes krijgt veel persaandacht, in tegenstelling tot bij ons.”

HIj ziet wel een andere soort syndicalisme opkomen in de Verenigde Staten. “We zien dat jonge medewerkers bij bijvoerbeeld Amazon en Wallmart in bijzonder precaire omstandigheden werken. Die onzekerheid leidt tot de organisatie van syndicalisme. Daarom spreken we in de VS van organizing: het zijn jonge individuen die de vakbond organiseren. Bij Starbucks werd recent een voortrekker ontslagen van amper achttien jaar oud. Daarbij komt dat Amerikaanse tijdschriften vaak correspondenten hebben die zich alleen maar op werk toespitsen. Je leest er militante stukken die veel invloed hebben. Dat zie je bij ons niet.”

Union Busting

Toch is er heel wat aan de hand met het syndicalisme over de oceaan. Steeds meer werknemers staan positief tegenover de vakbond (zie kader), in een land waar de werkgevers historisch altijd negatief hebben gereageerd uit vrees dat de vakbonden hen het leven onmogelijk zouden maken en hun macht beknotten. Maarten Hermans: “Dat was vroeger in Europa niet anders. Maar na de Tweede Wereldoorlog werd met het Sociaal Pact een compromis gevonden tussen werkgevers en vakbonden om het sociaal overleg te verankeren in ons sociaal bestel. In de VS is de arbeidersbeweging er nooit in geslaagd het sociaal overleg als dusdanig erkend te krijgen en blijven de bedrijven er truukjes uithalen met alle mogelijke – in België illegale – methodes.”

Stan De Spiegelaere benoemt het verschijnsel als union busting. Het is in Amerika wettelijk in orde als je je als werkgever niet neutraal opstelt. “Posters tegen de vakbonden ophangen in de werkplek en de toiletten gebeurt er vaak. Ze kunnen werknemers verplichten om vergaderingen tegen de vakbonden te volgen of stakende werknemers te vervangen door interimwerkers. Toen in ons land Accent Interim enkele jaren gelden een iPad beloofde als er geen sociale verkiezingen zouden plaatsvinden, was dat meteen een schandaal.”

Waarom nu?

Blijft de vraag waarom deze Amerikaanse triomfen net nu plaatsvinden bij de eerder genoemde grote spelers. Maarten Hermans ziet een aantal mogelijkheden. In eerste instantie zorgde de covidpandemie ervoor dat werknemers gedwongen werden weinig beschermd te werken. Een aantal onder hen pikte niet langer dat de werkgever niet met hun welzijn inzat. “Bovendien gingen de vakbonden noodgedwongen meer van onderuit organiseren”, zegt de ACV-expert. “Waar vakbonden bij ons meer inzetten op dienstverlening, experimenteren de Amerikaanse noodgedwongen met organiseren van onderuit. Dat zag je in maart bij Amazon, waar een groot distributiecentrum uiteindelijk stemde voor vakbondsvertegenwoordiging na een campagne, gestart van onderuit door enkele lokale werknemers.”

Arbeidskrapte

Ook de arbeidskrapte zien de specialisten als een mogelijke reden waarom nu de golf van triomfen door de Amerikaanse vakbonden waait. Maarten Hermans wijst erop dat het tekort aan werknemers – in de VS is er The Great Resignation – het voor hen gemakkelijker maakt om zich individueel of gezamenlijk te roeren. Stan De Spiegelaere volgt: “Bedrijven hebben nood aan medewerkers en moeten ineens op hun loyaliteit rekenen. Daarvoor moeten ze af en toe aan hun verzuchtingen voldoen. Werknemers hebben meer te winnen en laten zich vertegenwoordigen door vakbonden. Ook de stakingsgolf van oktober – striketober geheten – had haar gevolgen. Zo dwongen de technische werklui in Hollywood een goed akkoord af.” Tot slot ziet Stan De Spiegelaere ook president Biden als een belangrijke schakel. “Hij wil de meest vakbondsvriendelijke president aller tijden zijn en de middenklasse weer opbouwen vanuit de vakbond. Dit nadat de Democraten onder Trump de arbeiders kwijtraakten. Bedrijven als Starbucks kunnen niet te veel tegen vakbonden ingaan, zonder ook de president te schofferen.”

Individualisme

Werkgevers zijn van nature geen fan van vakbonden, zien onze experten. Toch is de geschiedenis van Europa en België heel anders dan die van de Verenigde Staten. Het Amerikaanse kapitalisme en het belang van de vrijheid leidden tot een ander beeld van de ondernemer.

Stan De Spiegelaere: “Het individualisme in de VS leidde tot een cultuur waarbij de ondernemer de held is die doet wat hij wil. Je krijgt dat gevoel hier tegenwoordig ook wel eens, maar daar leeft het sterker. Bij ons is de ondernemer verantwoording verschuldigd aan de maatschappij en moet er democratie heersen op de werkvloer. De Europese werkgever aanvaardt het syndicaal gegeven en zou zich neutraal moeten opstellen tegenover vakbondslidmaatschap.”
“Historisch was de werknemersmacht het sterkst in de Scandinavische landen en zwak in de VS”, voegt Maarten Hermans daaraan toe. “België hing daartussenin. In Amerika stonden de vakbonden in het verleden sterker dan vandaag, zelfs in bijvoorbeeld Silicon Valley. Maar daar werden in de context van de Koude Oorlog vakbonden agressief buitengewerkt. En eenmaal uit het bedrijf, maakt het Amerikaanse wettelijke kader het bijzonder moeilijk om terug binnen te raken.”

Trage evolutie

Dat binnenraken is een ander verschilpunt tussen ons land en Amerika. Maarten Hermans wijst op het systeem van sociale verkiezingen voor vakbondsafgevaardigden, waarbij een bedrijf vanaf vijftig werknemers verplicht is deze te organiseren. “Deze verplichting zorgt voor een automatischer en duidelijk constructiever systeem.” In Amerika is dergelijk automatisme er niet en moet een vakbond in elk filiaal van een bedrijf vijftig procent van de stemmen halen om syndicaal te kunnen werken”, zegt Stan De Spiegelaere: “Daarvoor moeten ze stemmen. Je moet ook in een filiaal van Starbucks met acht medewerkers aan vijf medestanders raken. Dat is anders dan bij ons waar bijvoorbeeld Aldi bij een akkoord beslissingen onderhandelt die dan voor alle filialen tellen. De overwinningen waarover we spreken, zijn belangrijk en krijgen veel ruchtbaarheid, maar het verloopt traag in het aantal gesyndicaliseerde werknemers.”

Sectoren

Ook de manier van werken is anders in ons land, zegt Stan De Spiegelare. “Heel wat zaken – denk aan loon en arbeidstijd – beslissen ze in ons land op sectorniveau. Op ondernermingsniveau komen alleen maar kleinere, minder conflictueuze zaken aan bod, zoals de organisatie van het werk. Dat is anders in Amerika, waar ze alles individueel moeten onderhandelen. Zo kan een onderhandeling op filiaalniveau heel wat betekenen voor het loon van de lokale medewerkers.”

Maarten Hermans vindt dat we tot slot nog wat kunnen leren van de Amerikaanse manier van werken. “Vakbonden in Amerika moeten noodgedwongen extra hard werken om nog maar een voet tussen de deur te krijgen. Het is goed dat dit bij ons niet zo nodig is, maar het zorgt wel voor extra ervaring bij Amerikaanse werknemers in het opbouwen van hun vakbond. Hoe werknemers helpen zich te organiseren van onderuit: dat is iets waar we ook bij ons lessen kunnen uittrekken.”